27915 |
mees, keel |
mees:
mēs (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Ronde inkeping aan de bovenzijde van een houten stijl waarin de kap rust. De mees zorgt ervoor dat de stijlen gemakkelijker onder de kappen kunnen worden aangebracht en belet dat de stijlen onder de kappen kunnen wegschuiven. [monogr.; Vwo 412; Vwo 506; Vwo 507; Vwo 701]
II-5
|
27914 |
meesondersteuning |
meesbouw:
meesbouw (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Domaniale]),
mēsbǫ.w (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia])
|
Houten ondersteuning bestaande uit twee van een mees voorziene houten stijlen en een halfhout dat als kap wordt gebruikt. [N 95, 320; monogr.]
II-5
|
21273 |
meester |
meester:
mestər (Q121p Kerkrade)
|
(school)meester [RND]
III-3-1
|
28066 |
meester-opzichter |
vaarman:
vārman (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I]),
vaarstijger:
vārštījǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale])
|
Op elke verdieping is een chef-opzichter of meester-opzichter aangesteld. Hij voert het bevel over de opzichters. [N 95, 127; monogr.; N 95, add.; Vwo 235]
II-5
|
28006 |
meesterhouwer |
hulpstijger:
hølpštijǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei]),
meesterhouwer:
meesterhouwer (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia]),
mēstǝrhø̜jǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia]),
oberhouwer:
ōbǝrhawǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
vaarhouwer:
vārhø̜jǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
vārhǫwǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Leider van een groepje arbeiders. Hij heeft veelal het toezicht over de nachtdienst. Volgens de informant van Q 15 kon de meesterhouwer toegevoegd worden aan een opzichter in de afdeling. Hij was dan meesterhouwer-hulpopzichter. Ook een vervoersregelaar-telefonist kon een meesterhouwer zijn. Zie ook het lemma Regelaar Vervoer. [N 95, 149a; monogr.; div.]
II-5
|
22496 |
meetje steken |
centen steken:
tsentse sjtikke (Q121p Kerkrade),
Sub sjtikke.
tsentse sjtikke (Q121p Kerkrade),
Sub tsents.
tsents sjtikke (Q121p Kerkrade)
|
3. Een spel met centen. || Het spel waarbij men centen werpt in een bepaald vak [meetje steken, mitjezzen, flikken]. [N 88 (1982)] || Werpspel met centen.
III-3-2
|
22929 |
meetje steken add. |
schramen:
sjröame (Q121p Kerkrade)
|
Strepen trekken.
III-3-2
|
21882 |
meevaller |
geluk:
jeluk (Q121p Kerkrade),
mazzel:
mazzel (Q121p Kerkrade)
|
een voordeel dat bij toeval verkregen wordt [trek, roef, roefel, brentje, hasard, bijval] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22458 |
mei |
mei:
mai (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
2. Meiboom, mei. || De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22452 |
meiboom |
mei:
maj (Q121p Kerkrade)
|
Versierde tak, kleine boom of vlag die op de nok van een onderdak gebracht huis wordt geplaatst. [N 88, 183; monogr.]
II-9
|