e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mees, keel mees: mēs (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Ronde inkeping aan de bovenzijde van een houten stijl waarin de kap rust. De mees zorgt ervoor dat de stijlen gemakkelijker onder de kappen kunnen worden aangebracht en belet dat de stijlen onder de kappen kunnen wegschuiven. [monogr.; Vwo 412; Vwo 506; Vwo 507; Vwo 701] II-5
meesondersteuning meesbouw: meesbouw (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), mēsbǫ.w (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]) Houten ondersteuning bestaande uit twee van een mees voorziene houten stijlen en een halfhout dat als kap wordt gebruikt. [N 95, 320; monogr.] II-5
meester meester: mestər (Kerkrade) (school)meester [RND] III-3-1
meester-opzichter vaarman: vārman (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I]), vaarstijger: vārštījǝr (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]) Op elke verdieping is een chef-opzichter of meester-opzichter aangesteld. Hij voert het bevel over de opzichters. [N 95, 127; monogr.; N 95, add.; Vwo 235] II-5
meesterhouwer hulpstijger: hølpštijǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]), meesterhouwer: meesterhouwer (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Julia]), mēstǝrhø̜jǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Willem-Sophia]), oberhouwer: ōbǝrhawǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), vaarhouwer: vārhø̜jǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), vārhǫwǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Leider van een groepje arbeiders. Hij heeft veelal het toezicht over de nachtdienst. Volgens de informant van Q 15 kon de meesterhouwer toegevoegd worden aan een opzichter in de afdeling. Hij was dan meesterhouwer-hulpopzichter. Ook een vervoersregelaar-telefonist kon een meesterhouwer zijn. Zie ook het lemma Regelaar Vervoer. [N 95, 149a; monogr.; div.] II-5
meetje steken centen steken: tsentse sjtikke (Kerkrade), Sub sjtikke.  tsentse sjtikke (Kerkrade), Sub tsents.  tsents sjtikke (Kerkrade) 3. Een spel met centen. || Het spel waarbij men centen werpt in een bepaald vak [meetje steken, mitjezzen, flikken]. [N 88 (1982)] || Werpspel met centen. III-3-2
meetje steken add. schramen: sjröame (Kerkrade) Strepen trekken. III-3-2
meevaller geluk: jeluk (Kerkrade), mazzel: mazzel (Kerkrade) een voordeel dat bij toeval verkregen wordt [trek, roef, roefel, brentje, hasard, bijval] [N 89 (1982)] III-3-1
mei mei: mai (Kerkrade, ... ) 2. Meiboom, mei. || De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)] III-3-2
meiboom mei: maj (Kerkrade) Versierde tak, kleine boom of vlag die op de nok van een onderdak gebracht huis wordt geplaatst. [N 88, 183; monogr.] II-9