30780 |
melkglas |
melkglas:
melǝx˲jlās (Q121p Kerkrade)
|
Ondoorzichtig, melkwit gekleurd glas. [N 67, 89i]
II-9
|
19514 |
melkkannetje |
melkskannetje:
milskentsje (Q121p Kerkrade)
|
melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
17624 |
melktanden |
melktanden:
milch tseng (Q121p Kerkrade),
milchtséng (Q121p Kerkrade),
milchzeng (Q121p Kerkrade),
milchzäng (Q121p Kerkrade)
|
melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19930 |
melkzeef |
melkzeef:
mɛlxzēf (Q121p Kerkrade),
trechter:
trītǝ (Q121p Kerkrade),
zij:
zęi̯ (Q121p Kerkrade)
|
Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.]
I-11
|
33554 |
meloen |
kallebas:
ideosyncr.
kallebassen (Q121p Kerkrade)
|
Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)]
I-7
|
19137 |
menen |
menen:
mene (Q121p Kerkrade),
menən (Q121p Kerkrade)
|
menen [ZND A2 (1940sq)] || van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
25544 |
menggereedschap |
schieter:
šesǝr (Q121p Kerkrade),
schotel:
šø̜sǝl (Q121p Kerkrade)
|
De houten schop of ander gereedschap, gebruikt bij het mengen van de bloem. Meestal gaat het om een houten schep of een niet al te grote houten schop van uiteenlopende vorm. De informant van Q 97 vermeldt dat de "spatel" een ovaalvormig blad heeft en een dikke ronde steel. Verschillende informanten (L 270, 318b, Q 193) zeggen dat het mengen met de hand gebeurt. Zie afb. 16. [N 29, 18b]
II-1
|
25545 |
mengmachine voor deeg |
deegmachine:
dēxmǝšiŋ (Q121p Kerkrade),
mengmachine:
męŋmašiŋ (Q121p Kerkrade)
|
Door deze machine enkele minuten te laten draaien mengt men de verschillende soorten bloem. [N 29, 103]
II-1
|
20149 |
mens (alg.) |
mens:
geen van allen van toepassing
miensch (Q121p Kerkrade),
geringschattend voor vrouw; aanduiding voor verloofde van een jong meisje
minsch (Q121p Kerkrade),
neen
miensj (Q121p Kerkrade)
|
mens; wordt mensch gebruikt in de betekenis van man? Spreekt een vrouw b.v. van mn mensch?, wanneer ze haar man bedoelt? Komt het mensch voor in de betekenis van vrouw? En bedoelt men met die zegswijze alleen geringachting of ook sympathiek medelijden? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20470 |
menstruatie |
regels:
rejels (Q121p Kerkrade)
|
menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)]
III-2-2
|