e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
moe moe: mö.yj (Kerkrade), møi (Kerkrade) moe [RND], [ZND A2 (1940sq)] III-1-2
moed courage (fr.): koeraasj (Kerkrade), koeraatsj (Kerkrade, ... ), kraatsj (Kerkrade), moed: mōt (Kerkrade), mód (Kerkrade), mót (Kerkrade) heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] || moed [ZND A2 (1940sq)] || moed hebbend, onbevreesd [durvig, moedig] [N 85 (1981)] || moed, courage || onverschrokkenheid in moeilijkheden en gevaren [moed, courage] [N 85 (1981)] III-1-4
moeder mam: mam (Kerkrade, ... ), mama: mamma (Kerkrade, ... ), moeder: modder (Kerkrade, ... ), mŏdər (Kerkrade), mòdder (Kerkrade) (moeder;) Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || moeder [DC 03 (1934)] || moeder; (Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || moeder; ik ga met mijn moeder naar de markt; volw. [DC 12a (1943)] || moeder; ik ga met moeder naar de markt; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || moeder; ik ga met moeder naar de markt; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] III-2-2
moeder gods muttergottes (du.): modder joades (Kerkrade) De Moeder Gods, Moeder Godes [de Modder-Joaëdes]. [N 96D (1989)] III-3-3
moederloos veulen lepveulen: lępvø̄lǝ (Kerkrade), pappot: pappǫt (Kerkrade) Veulen dat met een melkfles grootgebracht wordt. [N 8, 6] I-9
moedervlek moedervlek: moddervlek (Kerkrade) Moedervlek: een aangeboren bruine vlek op de huid (moedermaal, peperkoor, pepervlek). [N 84 (1981)] III-1-1
moedig en opgewekt wakker: wakǝr (Kerkrade) Gezegd van energieke en levendige paarden. [JG 1a; N 8, 64j] I-9
moeilijk vooruitkomen schravelen: sjravele (Kerkrade, ... ), slobberen: sjloebere (Kerkrade), struikelen: strüchele (Kerkrade) lopen: moeilijk vooruit komen [stachele] [N 10 (1961)] III-1-2
moeite moeite: muite (Kerkrade), møtə (Kerkrade) een moeite [ZND A2 (1940sq)] || moeite; hij geeft zich moeite [DC 03] III-1-4
moer moertje: meursje (Kerkrade) konijn, vrouwtje III-2-1