33881 |
nageboorte van het paard |
bed:
bęt (Q121p Kerkrade)
|
Moederkoek die na de geboorte van het veulen afkomt. [A 33, 19a; N 8, 54 en 55]
I-9
|
17770 |
nagel |
naal:
naal (Q121p Kerkrade),
nāl (Q121p Kerkrade),
ná:l (Q121p Kerkrade),
nagel:
nagəl (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
een nagel [ZND A1 (1940sq)] || een nagel, (nagels) [ZND A2 (1940sq)] || nagel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
25410 |
nagels verwijderen |
afdraaien:
afdraaien (Q121p Kerkrade),
aftrekken:
aftrekken (Q121p Kerkrade),
tenen uittrekken:
tinǝ yttrɛkǝ (Q121p Kerkrade),
tsinǝ ustrɛkǝ (Q121p Kerkrade)
|
De nagels worden meestal afgetrokken met de haak die aan de bovenkant van de krabber zit. Men kapt of snijdt ze ook wel af of wringt ze met de hand af. Alvorens de nagels te verwijderen houdt men ze in heet, zelfs kokend water. [N 28, 35; monogr.]
II-1
|
25392 |
nagieten |
afschrobben met koud water:
āfšrubǝ met kōt wasǝr (Q121p Kerkrade),
afspoelen:
āfšpø̄lǝ (Q121p Kerkrade)
|
Nadat de haren afgekrabd zijn, wordt het dier met koud water afgespoeld; enerzijds om achtergebleven haren en eventueel vuil te verwijderen, anderzijds om het nascheren gemakkelijker te maken. [N 28, 26]
II-1
|
32955 |
nagras, tweede hooioogst |
groe(n)maad:
jrǫmǝt (Q121p Kerkrade)
|
De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.]
I-3
|
20134 |
najaarskatje |
katje:
ideosyncr.
kätsje (Q121p Kerkrade)
|
Hoe noemt u een in het najaar geboren katje (assiedelleke, toementkatje, tommerkat) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
25592 |
narijs |
narijs:
noarīs (Q121p Kerkrade)
|
Na het bewerken en opmaken van het deeg kan de laatste rijs, de narijs, beginnen. Het deeg moet nog enige tijd rijzen in de bus, het blik, de rijskast, voordat het in de oven geschoven kan worden. Men moet bij de narijs erop leggen dat temperatuur en vochtigheid van de lucht voldoende zijn (Schoep blz. 102). Zowel een te lage als een te hoge temperatuur beïnvloeden het deeg ongunstig, terwijl de vochtigheid van de lucht ook niet te hoog mag zijn. Het verdient aanbeveling de narijs te laten geschieden in een afzonderlijke ruimte, waar men zowel de temperatuur als de vochtigheid van de lucht in de hand heeft. Volgens de informant van L 330 duurt de narijstijd een half uur. [N 29, 39b; N 29, 39a]
II-1
|
22442 |
narrenstok |
scepter:
tsepter (Q121p Kerkrade)
|
De narrenstaf [marot]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25393 |
nascheren |
afraseren:
āfrazīrǝ (Q121p Kerkrade),
afscheren:
ǭfšērǝ (Q121p Kerkrade),
raseren:
rasirǝ (Q121p Kerkrade),
scheren:
šęrǝ (Q121p Kerkrade)
|
De haren die na het afkrabben van de opperhuid zijn blijven zitten met een mes of iets dergelijks verwijderen. [N 28, 32; N 28, 25; monogr.]
II-1
|
25124 |
natte sneeuw |
natte sneeuw:
nase (Q121p Kerkrade)
|
verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)]
III-4-4
|