20414 |
peetoom |
paat:
paat (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade,
Q121p Kerkrade,
Q121p Kerkrade),
patenonk:
paatenonk (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
patenonk (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
pa’tenónk (Q121p Kerkrade)
|
peetoom || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20415 |
peettante |
goden (du.):
joan (Q121p Kerkrade),
cf. Kirchröadsjer Dieksjoneer s.v. "joan, joar"(peettante cf. VD D-N s.v. "Godel"(reg.) 0.1 peettante, meter; cf. ook VD D-N s.v. Goden"(reg.) 0.1 peettante, meter
joan (Q121p Kerkrade),
cf. Kirchröadsjer Dieksjoneer s.v. "joan, joar"(peettante cf. VD D-N s.v. "Godel"(reg.) 0.1 peettante, meter; cf. ook VD D-N s.v. Goden"(reg.) 0.1 peettante, meter; cf. VD D-N s.v. "Godl"= Godel
jao (Q121p Kerkrade),
cf. VD D-N s.v. "Godel"(reg.) 0.1 peettante, meter; cf. ook VD D-N s.v. Goden"(reg.) 0.1 peettante, meter; cf. VD D-N s.v. "Godl"= Godel
jao (Q121p Kerkrade),
joa (Q121p Kerkrade),
goden-tjemeun:
cf. WNT s.v. "meu"; cf. Roukens s.v. "Tante und Muhne", p. 323-328 o.a. "meun (-m)". Zie moei; cf. Kirchröadsjer Dieksiejoneer s.v. "joan, joar"(= peettante joan/joar + meun?? (dim. cf. VD D-N s.v. "Godel"(reg.) 0.1 peettante, meter; cf. ook VD D-N s.v. Goden"(reg.) 0.1 peettante, meter; cf. VD D-N s.v. "Godl"= Godel; vgl. ook VD D-N s.v. "Göd"(reg.) 0.1 peetoom, peter
jökemeun (Q121p Kerkrade),
cf. WNT s.v. "meu"; cf. Roukens s.v. "Tante und Muhne", p. 323-328 o.a. "meun (-m)". Zie moei; cf. VD D-N s.v. "Godel"(reg.) 0.1 peettante, meter; cf. ook VD D-N s.v. Goden"(reg.) 0.1 peettante, meter; cf. VD D-N s.v. "Godl"= Godel
jökemeun (Q121p Kerkrade),
hebamme (du.):
Het kind wordt ten doop gehouden door de vroedvrouw
hefam (Q121p Kerkrade),
paat:
paat (Q121p Kerkrade),
patetant:
paatetant (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
meter || meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20812 |
pekel |
pekel:
pekǝl (Q121p Kerkrade),
E verke in d¯r pik¯kel legke
pik’kel (Q121p Kerkrade)
|
De zoutoplossing waarin het vlees wordt bewaard. [N 28, 108; monogr.] || pekel
II-1, III-2-3
|
25454 |
pekelkuip |
pekeltijn:
pekǝltseŋ (Q121p Kerkrade),
tijn:
tsin (Q121p Kerkrade),
tsiŋ (Q121p Kerkrade)
|
De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.]
II-1
|
17717 |
penis |
frietje:
friets-je (Q121p Kerkrade),
labbes:
labbes (Q121p Kerkrade),
leun:
löan (Q121p Kerkrade),
loeres:
leures (Q121p Kerkrade),
lul:
lul (Q121p Kerkrade),
mannes:
mennes (Q121p Kerkrade),
nijpetang:
nieppetang (Q121p Kerkrade),
noeppetang (Q121p Kerkrade),
nijppes:
nieppes (Q121p Kerkrade),
noedel:
noedel (Q121p Kerkrade),
piemel:
piemel (Q121p Kerkrade),
piemmel (Q121p Kerkrade),
pieteman:
pietteman (Q121p Kerkrade),
pietemannetje:
piette-mentje (Q121p Kerkrade),
riem:
reem (Q121p Kerkrade),
sluik:
sjloeg (Q121p Kerkrade),
staander:
sjtender (Q121p Kerkrade),
stijf:
sjtief (Q121p Kerkrade),
waterstijf:
wassersjtief (Q121p Kerkrade),
zeikstang:
zeeksjtang (Q121p Kerkrade),
zeikstiep:
zeeksjtiep (Q121p Kerkrade)
|
[N 10c (1995)] [N 10c (1995)]mannelijke geslachtsorgaan [gemach, gemaacht] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
27631 |
penningen afroepen |
afroepen:
˙āfrofǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia]),
marken afroepen:
[marken] āfrofǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia]),
schichtnommeren afroepen:
šixnǫmǝrǝ āfrofǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De penningnummers afroepen bij het uitgeven van de penningen. Zie voor de fonetische dokumentatie van het woord (marken) het lemma Controlepenning. [N 95, 48]
II-5
|
27627 |
penningen uitgeven |
marken uitgeven:
[marken] ūsjē̜ǝvǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Controlepenningen uitreiken. Het uitgeven van de penningen geschiedde bovengronds. De zegsman uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat op vertoon van de penning de mijnwerker zijn lamp en gereedschap kon ophalen. Daarna gaf hij de penning af voordat hij in de lift stapte. Aan het eind van de dienst kon hij de penning bovengronds, later ondergronds weer van een bord nemen. De penning werd uiteindelijk bij het verlaten van de mijn in een bak bij de portier gedeponeerd. Zie voor de fonetische dokumentatie van de tussen haken geplaatste woorden het lemma Controlepenning. [N 95, 45]
II-5
|
27636 |
penningenbord |
markenbred:
markǝbręt (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
Het bord of de kast, meestal ondergronds, waarde mijnwerker aan het eind van de dienst zijn penning weer kon ophalen. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Penningen Uitgeven. [N 95, 49; monogr.]
II-5
|
27630 |
penningencontrole |
controle:
kǫntrǫl (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
markencontrole:
markǝkontrol (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
markǝkǫntrǫl (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
penningcontrole:
pɛneŋkǫntrǫl (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia])
|
Het controleren van de penningen. Aan de hand van de controle kon worden vastgesteld welke mijnwerkers niet naar hun werk waren gekomen, maar ook of er bij het einde van de dienst mijnwerkers ondergronds waren achtergebleven. De invuller uit Q 3 merkt daarbij op dat in de mijnen in Winterslag en Waterschei de controle van de penningen door de "médailleur" zowel in de "médaillerie", de "lampisterie" als in de "beur" geschiedde. Uit de opgaven uit Q 111 , Q 112a, Q 117a en Q 121 blijkt verder dat de penningcontrole in de mijnen Oranje-Nassau I-IV, Laura, Julia en Domaniale gebeurde in de "penningboede" en de "markenboede" (zie het lemma Penningenlokaal). [N 95, 44; monogr.; N 95, 125; N 95, 47]
II-5
|
27633 |
penningencontroleur, penningenontvanger |
markencontroleur:
markǝkǫntrolø̄r (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
markenjong:
markǝjǫŋ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
markenman:
markǝman (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Laura, Julia]),
penningcontroleur:
penningcontroleur (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
De man die de penningen innam voor controle. [N 95, 47; N 95, 44; N 95, 125; monogr.]
II-5
|