e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beteuterd kijken op de naas kijken: op de naas kiekke (Kerkrade) op zijn neus kijkend, erg teleurgesteld zijnd [sip, arig, dreuig, vernepen, suf, onnozel, bedonderd] [N 85 (1981)] III-1-4
beton beton: bǝtǫŋ (Kerkrade) Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.] II-9
beton storten betonnen: bǝtǫŋǝ (Kerkrade), gieten: jesǝ (Kerkrade), storten: štǫrtǝ (Kerkrade) De aangemaakte vloeibare beton in de bekisting gieten. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(beton)' het lemma 'Beton'. [N 30, 51c] II-9
betonblok betonblok: bǝtǫŋblǫk (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), kokerblok: kōkǝrblǫk (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Eisden]) Betonnen blok met speciale vorm; overlangs doorgesneden heeft hij de vorm van een trapezium. Dit type betonblok wordt vooral gebruikt in betonblokkenkokers van blijvende steengangen. [monogr.; N 95, 289; Vwo 121; Vwo 140; Vwo 245] II-5
betonblokkenkoker betonkoker: betonkoker (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Maurits]), bǝtǫŋkōkǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Emma]) Gesloten ondersteuning die is opgebouwd uit betonblokken. Deze ondersteuning wordt gebruikt in steengangen die langere tijd bestaan en op plaatsen waar grote druk wordt verwacht of, volgens de invuller uit Q 33, waar weinig of geen onderhoud mogelijk is of was. Uit de opmerkingen van een respondent uit Q 113 blijkt dat men in de vier Oranje-Nassaumijnen de betonblokkenkoker bij een storing toepaste. [N 95, 341; monogr.; N 95, 342] II-5
betonhouw betonhaak: bǝtǫŋhǫak (Kerkrade) Riek waarvan de twee tanden loodrecht op de steel staan. Het werktuig wordt gebruikt bij het maken van beton om de verschillende bestanddelen dooreen te mengen. Zie ook afb. 24. [N 30, 49; monogr.] II-9
betonijzer betonijzer: [beton]īzǝr (Kerkrade), betonmat: bǝtǫŋmat (Kerkrade), geraams: jǝrɛ̄ms (Kerkrade), net: nɛts (Kerkrade) Metalen staven die in het beton worden aangebracht. Beton dat op deze wijze is versterkt, kan beter de erop uitgeoefende buig- en trekspanningen opnemen. De afzonderlijke staven van betonijzer noemde men in Q 83 'ijzers' ('ęjzǝrs'). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(beton)-' het lemma 'Beton'. [N 30, 51b] II-9
betonmolen betonmolen: [beton]mø̜lǝ (Kerkrade), mischer: mišǝr (Kerkrade) Toestel dat wordt gebruikt bij het aanmaken van met name grote hoeveelheden betonspecie. De betonmolen bestaat uit een peer- of cilindervormige mengtrommel met een nuttige inhoud van 50 tot 1000 liter die door een een elektromotor of een verbrandingsmotor wordt aangedreven. In de mengtrommel zijn schoepen aangebracht die tijdens het ronddraaien van de trommel de betonspecie mengen. Boven de molen is een waterreservoir geplaatst waaruit de vereiste hoeveelheid water automatisch aan het mengsel wordt toegevoegd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(beton)-' het lemma 'Beton'. [N 30, 50; monogr.] II-9
betonzand betonkies: betǫŋk ̇īs (Kerkrade), kies: k ̇īs (Kerkrade) Grove, kiezelachtige zandsoort die wordt gebruikt bij de bereiding van beton. 'Maaszand' was volgens de invuller uit L 316 een grove zandsoort. Zie ook het lemma 'Metselzand'. [N 30, 48] II-9
betrappen traperen (<fr.): traperen (Kerkrade) een dief bij het stelen verrassen [betrappen, attraperen] [N 90 (1982)] III-3-1