18839 |
bezadigd |
stil:
sjtil (Q121p Kerkrade)
|
zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bezem:
bessem (Q121p Kerkrade),
beͅsəm (Q121p Kerkrade),
bɛsəm (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
bezem [RND], [ZND A1 (1940sq)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
bezemstek:
bɛsəmštɛk (Q121p Kerkrade),
steel:
štel (Q121p Kerkrade)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
21299 |
bezoek |
bezoek:
bezuk (Q121p Kerkrade)
|
de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21509 |
bezoeken |
krankenbezoek (zn.):
kranke bezuk (Q121p Kerkrade)
|
een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
27664 |
bezoekersbad |
directiebad:
directiebad (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Volgens de informant van Q 15 was het bezoekersbad geen aparte badruimte maar was het een gedeelte van het directie- en hoofdopzichtersbad. Directie en hoofdopzichter hadden een meer private badruimte dan de mijnwerker. Bezoekers werden naar gelang hun status ondergebracht in het meesteropzichters-, opzichters-, meesterhouwers- of ingenieursbad, aldus de informant van Q 113. Dames gingen altijd na het bezoek in het bad van de bedrijfsleiding. [N 95, 70; monogr.]
II-5
|
18827 |
bezorgd |
zorgen haan:
zörg (Q121p Kerkrade)
|
ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25654 |
bezorgen |
rondbrengen:
roŋkbrengǝ (Q121p Kerkrade)
|
Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr]
II-1
|
19298 |
bezwaarlijk |
kwalijk:
koalieg (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
kwalijk, bezwaarlijk || zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17996 |
bibberen |
beven:
beave (Q121p Kerkrade),
bibberen:
bibbere (Q121p Kerkrade),
razelen:
razele (Q121p Kerkrade),
sidderen:
tsiddere (Q121p Kerkrade)
|
beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)]
III-1-2
|