30710 |
vergulden, verzilveren |
vergulden:
vǝrjøldǝ (Q121p Kerkrade),
verzilveren:
vǝrzelvǝrǝ (Q121p Kerkrade)
|
Schilderen met goud- of zilverbrons. [N 67, 66g; monogr.]
II-9
|
30675 |
verguldkussen |
goudkussen:
jōtkøsǝ (Q121p Kerkrade)
|
Kussen dat men bij het vergulden gebruikt. Het bestaat doorgaans uit een rechthoekig plankje dat met kalfsleer is overtrokken en is opgevuld met paardehaar. Aan de achterzijde is een perkamenten kap aangebracht, die in opgevouwen toestand het kussen tegen vuilworden beschermt, en die, opgezet, verhindert, dat de blaadjes bladgoud, die op het kussen worden gesneden, wegwaaien. [N 67, 55b]
II-9
|
21412 |
verhaal |
geschichte (du.):
gesjiechte (Q121p Kerkrade)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
20533 |
verhitten |
koken:
kochə (Q121p Kerkrade),
opwarmen:
óp-werme (Q121p Kerkrade),
Dat èse woar ópjewermde kroam
óp’werme (Q121p Kerkrade)
|
opwarmen || verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21660 |
verhogen |
opslaan:
opgeschlaage (Q121p Kerkrade)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21726 |
verhoren |
uitvragen:
oesvroage (Q121p Kerkrade)
|
iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19370 |
verhuizen |
omtog:
ømtsox (Q121p Kerkrade),
omtrek:
ømtrɛk (Q121p Kerkrade),
omtrekken:
ømtrɛkə (Q121p Kerkrade)
|
verhuizen || verhuizing; verhuizen
III-2-1
|
22507 |
verjaardag |
geburtstag (du.):
hèə hàt jəbŏĕrtstāx (Q121p Kerkrade),
jeboertsdaag (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade,
Q121p Kerkrade),
Karte 183.
Geburtstag (Q121p Kerkrade),
verjaardag:
e hat verjoardaag (Q121p Kerkrade),
Karte 183.
verjaardag (Q121p Kerkrade)
|
Geburtstag. || Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] || Verjaardag. || Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vreien (Q121p Kerkrade)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20364 |
verkering |
omgang:
umjank (Q121p Kerkrade)
|
verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)]
III-2-2
|