17977 |
ziekelijk |
krankelijk:
kränklieg (Q121p Kerkrade),
krénklich (Q121p Kerkrade)
|
Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, ongans, lelijk, zuchtig). [N 84 (1981)] || ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18155 |
ziekenhuis |
spitaal:
sjpietaal (Q121p Kerkrade)
|
Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
27653 |
ziekenkaart |
krankenschijn:
kraŋkǝšīn (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
onvalschijn:
onvalšīn (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits]),
schijn:
šīn (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia])
|
Verklaring, bewijs van het ziekenfonds dat men ziek is. Zie ook het lemma Verzuimen Wegens Ziekte. [N 95, 918; monogr.]
II-5
|
23338 |
ziel |
ziel:
zieël (Q121p Kerkrade)
|
De ziel [zieël, zie.l, zeel]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17783 |
zien, kijken |
zien:
zīə (Q121p Kerkrade)
|
zien [RND]
III-1-1
|
23427 |
zijaltaar |
zijaltaar:
ziealtoar (Q121p Kerkrade)
|
In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17644 |
zijde |
zij:
pieng in de zie (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
pieng in de ziej (Q121p Kerkrade),
zie (Q121p Kerkrade),
zíj (Q121p Kerkrade)
|
heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] || zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] || Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)]
III-1-1
|
27970 |
zijdelingse druk |
stootdrok:
štōtdruk (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
zijdrok:
zīdrok (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Willem-Sophia]),
zīdruk (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Zijdelingse druk op de wanden van een mijngang. [N 95, 386; N 95, 387; N 95, 845; monogr.]
II-5
|
18680 |
zijden omslagdoek |
zijden plag:
zieeplak (Q121p Kerkrade)
|
omslagdoek, zijden ~ [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34580 |
zijladder |
ledders:
lɛdǝrǝ (Q121p Kerkrade)
|
Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.]
I-13
|