e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ziekelijk krankelijk: kränklieg (Kerkrade), krénklich (Kerkrade) Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, ongans, lelijk, zuchtig). [N 84 (1981)] || ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)] III-1-2
ziekenhuis spitaal: sjpietaal (Kerkrade) Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 84 (1981)] III-1-2
ziekenkaart krankenschijn: kraŋkǝšīn (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), onvalschijn: onvalšīn (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]), schijn: šīn (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]) Verklaring, bewijs van het ziekenfonds dat men ziek is. Zie ook het lemma Verzuimen Wegens Ziekte. [N 95, 918; monogr.] II-5
ziel ziel: zieël (Kerkrade) De ziel [zieël, zie.l, zeel]. [N 96D (1989)] III-3-3
zien, kijken zien: zīə (Kerkrade) zien [RND] III-1-1
zijaltaar zijaltaar: ziealtoar (Kerkrade) In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijde zij: pieng in de zie (Kerkrade, ... ), pieng in de ziej (Kerkrade), zie (Kerkrade), zíj (Kerkrade) heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] || zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] || Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)] III-1-1
zijdelingse druk stootdrok: štōtdruk (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]), zijdrok: zīdrok (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Willem-Sophia]), zīdruk (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Zijdelingse druk op de wanden van een mijngang. [N 95, 386; N 95, 387; N 95, 845; monogr.] II-5
zijden omslagdoek zijden plag: zieeplak (Kerkrade) omslagdoek, zijden ~ [N 23 (1964)] III-1-3
zijladder ledders: lɛdǝrǝ (Kerkrade) Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.] I-13