e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

Gevonden: 6483

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterdochtig hinterlistig: hinterliestieg (Kerkrade) een kwaad vermoeden over iemands handelingen of bedoelingen hebbend [achter-koutig, achterkousig, achterdochtig] [N 85 (1981)] III-1-4
achtereen, na elkaar achtereen: ateree⁄ (Kerkrade), hingereen: hingeree⁄ (Kerkrade) achtereen, na elkaar III-4-4
achterhand van het paard achterwerk: ātǝrwęrǝk (Kerkrade), hinderhand: heŋǝrhaŋk (Kerkrade) Het achtergestel van een paard, in tegenstelling met de voorhand of het voorste deel (3.1.3), en het middendeel of de middenhand (3.3.5). [N 8, 13 en 32.9] I-9
achterhoofd hinter-kop: dr hingerkop (Kerkrade), hingerkòp (Kerkrade), kruin: krüng (Kerkrade) achterhoofd [N 10 (1961)] III-1-1
achterknie hak: hak (Kerkrade), vars: veǝš (Kerkrade) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achterneef achterneef: aaterneeëf (Kerkrade) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
achterste fietes: fiettes (Kerkrade), kont: kónk (Kerkrade, ... ), vot: vót (Kerkrade, ... ), vottes: vóttes (Kerkrade) [N 10c (1995)] III-1-1
achteruit hof: hoͅf (Kerkrade), terug: tryk (Kerkrade) achterplaats || Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10, III-2-1
achteruitgaan hinteraus (du.) lopen: hingeroes lofe (Kerkrade) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achteruittrappen houwen: hǫu̯ǝ (Kerkrade) Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9