e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kermt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met een priktol spelen doppen: doppen (Kermt) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] III-3-2
met opgeheven staart rondlopen biezen: bizǝ (Kermt), bīzǝ (Kermt) [N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
met paard en kar rijden varen: vǭǝ.rǝ (Kermt) [JG 1b, 2c; N 8, 100; Wi 33; monogr.] I-10
met staande kar varen bet staande kar varen: bę stø̜ndǝ kɛ̄r vǭ.rǝ (Kermt) Met één paard en twee of drie karren rijden. Als men met twee karren rijdt, haalt het paard met de ene kar een lading bij, terwijl de tweede kar ontladen wordt. Als men met drie karren rijdt, is men, terwijl het paard met een eerste kar onderweg is, op de ene plaats een tweede kar aan het laden en op de andere een derde aan het ontladen. [JG 1a, 1b] I-10
met tegenzin tegen heug en meug: teegə heeg ən meech (Kermt) tegen heug en meug [ZND 01 (1922)] III-1-4
met tussenpozen regenen bijzen: bēͅizə (Kermt) regenen bij tussenpozen [buien, sjoelen] [N 22 (1963)] III-4-4
metalen deel van de mathaak haak: hōk (Kermt) De licht gebogen ijzeren tand van de mathaak. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). [N 18, 72b; monogr.; add. uit JG 1b] I-4
metalen scheplepel scheppan: sxē̜pan (Kermt) Lepel van metaal om varkensvoer mee op te scheppen. [N 18, 132; monogr.] I-12
metalen tongetjes bramen: brōmǝ(n) (Kermt) De onregelmatigheden aan de snijkant van de zeis, uitstulpingen in de vorm van metalen tongetjes of lipjes, die kunnen ontstaan bij ondeskundig haren. Het lemma bevat meervouden en enkelvouden. [N 18, 90; monogr.] I-3
metalen uiteinde van een schoenveter ijzertje: eͅizərkə (Kermt, ... ) metalen uiteinde van een schoenveter [malie] [N 24 (1964)] III-1-3