e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
landstreek streek: sjtreek (Kessel) streek (in deze ~) [SGV (1914)] III-4-4
lange onderbroek? mansluionderboks: mansluu ongerboks (Kessel) Lange onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
langpootmug mug: muk (Kessel) langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
lantaarn lucht: lucht (Kessel) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
laster laster: laster (Kessel) laster [SGV (1914)] III-1-4
lastig (werken) lastig: lastig (Kessel), lestig (Kessel) lastig [SGV (1914)] III-1-4
laten laten: loate (Kessel) laten [SGV (1914)] III-1-2
laten wijden inzegenen: inzeigene (Kessel), zegenen: rozekrans zeigene (Kessel) Een huis of gebouw laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een rozenkrans, een scapulier, een medaille, een kruisje laten wijden/zegenen door een priester. [N 96B (1989)] III-3-3
lawaai maken laweit maken: lewejt make (Kessel) lawaai maken [SGV (1914)] III-4-4
lawaai, herrie laweit: lewejt (Kessel) lawaai [SGV (1914)] III-4-4