e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luchtx lucht: loch (Kessel), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!  loŏch (Kessel), lucht (Kessel, ... ), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld! ps. boven de ¨ staat nog een `; deze combinatieletter is niet te maken.  lŭch (Kessel) lucht [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
lucifer zwegelstek: zjwègelsjtek (Kessel), zjwêgelsjtek (Kessel) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] || lucifer [SGV (1914)] III-2-1
lui lui: lui (Kessel) lui (traag) [SGV (1914)] III-1-4
lui (lieden) lui: luu (Kessel), luuj (Kessel), mensen: minsən (Kessel) lui (lieden) [SGV (1914)] || lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] || mensen [RND] III-3-1
luid schreien krijten: krijte (Kessel) krijten [SGV (1914)] III-1-4
luiden luiden: loeje (Kessel), loewe (Kessel), luuje (Kessel) luiden [SGV (1914)] || Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] III-3-3
luier windel: wingel (Kessel) luier [SGV (1914)] III-2-2
luilak luierik: luierik doa se bös (Kessel) luilak [~, die je bent] [SGV (1914)] III-1-4
luisteren luisteren: løstere (Kessel) luisteren [SGV (1914)] III-1-1
lusten lusten: luste (Kessel) lusten [SGV (1914)] III-2-3