e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kesseleik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tak van een geslacht natie: natie (Kesseleik) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kruin: WLD  kruun (Kesseleik) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] III-4-3
takken krijgen tak (mv.) krijgen: WLD  tek (Kesseleik) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
taxeren schatten: sjatte (Kesseleik) de waarde van een artikel schatten [taxeren, schatteren] [N 89 (1982)] III-3-1
te groot zijn ruim zijn: ruum (Kesseleik) Hoe zegt U: het kledingstuk zit te ruim? [N 62 (1973)] III-1-3
te klein zijn trekken: trekt (Kesseleik) Hoe zegt U: het kledingstuk is te eng (trekt?) [N 62 (1973)] III-1-3
te wijd ruim: rȳm (Kesseleik) Te ruim, gezegd van een kledingstuk of kledingstukonderdeel. [N 59, 130a; N 62, 26c; MW] II-7
tegen de bal schoppen schoppen: sjuppe (Kesseleik) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
tegenvaller strop: strop (Kesseleik) een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)] III-3-1
teleurgesteld (worden) beteuterd: beteuterd (Kesseleik) in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] III-1-4