17791 |
krullen (ww.) |
krullen:
de hoar krollen (L370p Kessenich)
|
het haar krullen (krullen maken) [ZND 29 (1938)]
III-1-1
|
18019 |
kuchen |
hoesten:
hooste (L370p Kessenich)
|
zachtjes hoesten, kuchen [ZND 29 (1938)]
III-1-2
|
34382 |
kudde schapen |
kud:
køt (L370p Kessenich)
|
[JG 1a, 1b, 2c; L 6, 25b; A 4, 18; L 20, 18; monogr.]
I-12
|
34475 |
kuiken |
kuiken:
kȳ.kǝ (L370p Kessenich)
|
Jong van een kip. [A 6, 1d; Wi 4; RND 1; L 6, 20a; L 42, 32; JG 1a, 1b, 2c; S 14; Gwn 5, 15; Vld.; monogr.]
I-12
|
33703 |
kuil |
gat:
gāt (L370p Kessenich),
kuil:
kūl (L370p Kessenich)
|
Een kuil, gat in de grond. [L 29, 12a; L 1a-m; monogr.]
I-8
|
17606 |
kuiltje (in de kin / wangen) |
kuiltje:
kuulke in de kin (L370p Kessenich)
|
een kuiltje in de kin [ZND 29 (1938)]
III-1-1
|
32341 |
kuip |
kuip:
kȳp (L370p Kessenich)
|
In het algemeen een wijd vat, meestal van hout, van boven open en daar ook iets wijder dan aan de onderzijde. [N E, L; S 19; L 1a-m; L 17, 18a; monogr.]
II-12
|
32246 |
kuiper |
kuiper:
kȳpǝr (L370p Kessenich)
|
Vakman die houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [A 32, 10; S 20; L 1a-m; L 29, 13; monogr.]
II-12
|
22818 |
kunst |
kunst:
kønst (L370p Kessenich)
|
Kunst. [ZND m]
III-3-2
|
32624 |
kunstmest |
chimique:
šǝmek (L370p Kessenich)
|
Onder kunstmest worden meststoffen verstaan, die - anders dan stalmest, compost, groenmest, gier e.d. - geen organische stoffen bevatten, maar kunstmatig, langs chemische weg bereid zijn. Van de opgesomde woordtypen lijken de meervoudsvormen de veelheid van kunstmestsoorten tot uitdrukking te brengen. Of en waar de woordtypen vette(n) en vreemde vette(n) als enkelvouds- dan wel als meervoudsvormen moeten worden opgevat, kon uit het materiaal niet worden opgemaakt. Met de typen gemengelde stoffen en alle mest ondereen wordt wellicht de zgn. mengmest of samengestelde kunstmest bedoeld, waarin zowel N (stikstof), als P (fosfor) en K (kali) voorkomen. Voorzover met een kunstmestterm uit deze opsomming een bepaalde soort kunstmest wordt (werd) aangeduid, is daarvan achter het nummer van de betreffende plaats melding gemaakt. Voor het (...)-gedeelte van de varianten hieronder zie men het lemma (stal)mest. [JG 1a + 1b + 1c; JG 2b - 4, 8; JG 2c; N 11, 23 + 24; N 11A, 61; N P, 9 + 10]
I-1
|