e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kossem vang: vān (Kinrooi) Huidplooi of kwab onder de hals van een rund. [N 3A, 107] I-11
kosten doen: ps. omgespeld volgens Frings.  wāt dou̯n zə (Kinrooi), gelden: ps. omgespeld volgens Frings.  geͅlʔə (Kinrooi), uitdoen: waat doon de bagge nog oet? (Kinrooi) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: karbonade (Kinrooi), kɛrbə’nāiə (Kinrooi), Syst. Frings (?)  kɛrmənāi̯ə (Kinrooi), Syst. Veldeke  kermenaaj (Kinrooi), kotelet: koͅrtə’leͅtə (Kinrooi) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] || gebraden varkensrib (karbonade) [ZND 49 (1958)] || karbonaden [Goossens 1b (1960)] || koteletten [Goossens 1b (1960)] III-2-3
koud, mistig en somber weer dompig (weer): dômpig (Kinrooi), dumpig.  dompəx (Kinrooi), donker (weer): donker.  douŋkər (Kinrooi), mistig (weer): mistig (Kinrooi), motlucht: moët-loch (Kinrooi), schraal: sjraol (Kinrooi) mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || mistige lucht [mok-, motlocht] [N 22 (1963)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)] III-4-4
koude drukte maken veel kaskenade maken: veul kiskenade make (Kinrooi) veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)] III-1-4
koude mist het is maar zuur: ’t is mer zoor (Kinrooi), zure mist: zure mist (Kinrooi) gure, koude mist [zoere mok] [N 22 (1963)] III-4-4
koude noordenwind, bijs koude noordenwind: koude noordenwind.  kāə nōrdəweͅntʔ (Kinrooi), zure wind: zore windj (Kinrooi) koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)] III-4-4
koudvuur koudvuur: koadveur (Kinrooi), vuur: tveur (Kinrooi) Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 107 (2001)] III-1-2
kous: algemeen hoos: Mv. [ein pa.r o.ze]  o.s (Kinrooi) Kous, een paar kousen. Bedoeld wordt het kledingsstuk dat gebreid of geweven wordt en de voet en het gehele been tot boven de knie bedekt (fr. bas) [ZND 48 (1954)] III-1-3
kousenwol sokkengaren: z‧oͅkəgā.rə (Kinrooi) Wollen garen voor het breien van kousen (saai, sajet) [N 79 (1979)] III-1-3