e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lap lap: láp (Kinrooi), stevige lap (Kinrooi) Sterke doek of stof [lap, vel, lel, del] [N 114 (2002)] III-1-3
latwerk raam: rām (Kinrooi) Latwerk dat op de berries van de kruiwagen gelegd werd, ten einde het laadvlak te vergroten. [N 18, 101; JG 1d] I-13
ledikant bed: b‧eͅt (Kinrooi) Verplaatsbaar bed (i.p.v. een bedstee) (bed, krib, ledikant) [N 79 (1979)] III-2-1
leefnet leefnet: laefnèt (Kinrooi) het net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend kan houden [leefnet, kaar] [N 112 (2006)] III-3-2
leewater leewater: lēi̯wātǝr (Kinrooi) Gewrichtsontsteking bij veulens - ook bij kalveren en hoenders -, door een vochtophoping, veroorzaakt door een besmetting die bij veulens vooral via een navelwond binnendringt. [A 48A, 12c; N 8, 90m en 90n; monogr.] I-9
lege eerste koe gust (bijvgl. nmw.): gøst (Kinrooi) Jong rund dat eenmaal heeft gekalfd, maar dat daarna niet meer drachtig wil worden of waarmee men niet verder wil fokken. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 25b; N C, 15; monogr.] I-11
leggen leggen: legə (Kinrooi) leggen [ZND m] III-1-2
legnest legnest: lęqnęst (Kinrooi) Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25] I-6
leiden leiden: lɛi̯ǝ (Kinrooi) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
lemmer blad: blaad (Kinrooi), blāt (Kinrooi) snijblad van een mes (lemmer, lemmet) [N 20 (zj)] III-2-1