30332 |
vensterluiken |
blaffeturen:
blafǝtȳrǝ (L369p Kinrooi),
blinden:
blęnj (L369p Kinrooi)
|
Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.]
II-9
|
18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbenne (L369p Kinrooi),
verbinje (L369p Kinrooi)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17932 |
verdacht rondlopen |
sluipen:
sloepe (L369p Kinrooi)
|
Rondzwerven met kwaad in zin (sluipen, schuimen, schuupen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
19377 |
verdieping |
verdiep:
vərd‧ēp (L369p Kinrooi)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
34155 |
verdrogen |
nalaten:
nǭlǭtǝ (L369p Kinrooi)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
34167 |
verdroogde kalf |
verdroogd kalf:
vǝrdrø̜̄xtj kǭf (L369p Kinrooi)
|
Kalf dat na afgestorven te zijn zonder bederf in de baarmoeder blijft zitten. [N 3A, 42]
I-11
|
17936 |
verdwenen |
eweg:
eweg (L369p Kinrooi),
foetsie:
foetsiej (L369p Kinrooi),
naar de kloten:
nao de kloeëte (L369p Kinrooi),
weg:
weg (L369p Kinrooi)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
30272 |
vergaring |
kop:
(mv)
kǫpǝ (L369p Kinrooi)
|
De verbindingen of de raakvlakken tussen de uiteinden van de velgblokken. [N 17, 66; N G, 45c, monogr]
I-13
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergaeve (L369p Kinrooi),
vergeve (L369p Kinrooi)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
21660 |
verhogen |
hogen:
huëge (L369p Kinrooi),
opslaan:
op geslage (L369p Kinrooi),
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.
de biggen zijn opgeslagen (L369p Kinrooi)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|