19658 |
wasgoed |
lijnwaad:
lievendj (L369p Kinrooi),
zuivere was:
zuvere was (L369p Kinrooi)
|
Hoe noemt u het pas gewassen en gedroogd wasgoed? [N105 (2000)]
III-2-1
|
32545 |
wasmand |
lijnwaadmand:
līvǝnjtmanj (L369p Kinrooi),
wasmand:
wasmanj (L369p Kinrooi)
|
In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.]
II-12
|
19520 |
wastobbe, wasteil |
tob:
niet teil
tob (L369p Kinrooi)
|
teil, in de betekenis van zinken tobbe die ovaal van vorm is en twee handvatten heeft; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19645 |
wasvrouw |
wasvrouw:
was˃vrōu̯ (L369p Kinrooi)
|
wasvrouw [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|
34173 |
waterblaas |
waterblaas:
watǝrblǭs (L369p Kinrooi)
|
De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a]
I-11
|
19457 |
waterdamp, wasem |
damp:
damp (L369p Kinrooi),
dā.mp (L369p Kinrooi),
wasem:
(slaat aan op de ruit, is dunner)
w‧āzəm (L369p Kinrooi),
zwadem:
zw‧ām (L369p Kinrooi)
|
damp [ZND 33 (1940)] || Zichtbaar gasmengsel dat bij het koken van water opstijgt (damp, blaak) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
30318 |
waterdorpel |
vensterdorpel:
venstǝrdø̜rpǝl (L369p Kinrooi)
|
Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.]
II-9
|
24273 |
waterhoen |
waterkuiken:
wātərky(3)̄kə (L369p Kinrooi)
|
waterhoen (33 rode bles en wit onder de staart, die vaak wordt opgewipt; algemeen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
19510 |
waterketel, moor |
moor:
moër (L369p Kinrooi),
muər (L369p Kinrooi)
|
waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18128 |
waterpokken |
waterpokken:
waterpokken (L369p Kinrooi),
waterpókke (L369p Kinrooi)
|
Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 107 (2001)]
III-1-2
|