21418 |
duur |
duur:
dør (L369p Kinrooi)
|
duur (hoge kostprijs) [ZND m]
III-3-1
|
17895 |
duwen |
duwen:
daouə (L369p Kinrooi)
|
duwen [RND]
III-1-2
|
23229 |
dwaallicht |
dwaallicht:
ein dwālĕxt (L369p Kinrooi)
|
Een dwaallicht (Fr. feu follet). [ZND B2 (1940sq)]
III-3-3
|
32912 |
dwarsbalk van de hooihark |
kop:
kǫp (L369p Kinrooi)
|
De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b]
I-3
|
32772 |
dwarsbalkjes, egscheien |
dwarshouter:
dwē̜shǫu̯.tǝr (L369p Kinrooi)
|
De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.]
I-2
|
19504 |
dweil |
dweil:
dweiəl (L369p Kinrooi),
dw‧ɛil (L369p Kinrooi)
|
Dweil aan een steel gebonden (zwabber, dweil, aftrekker) [N 79 (1979)] || Hoe heet de doek uit grof linnen waarmee vocht van de vloer wordt opgenomen ? [ZND 48 (1954)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
dweilen:
dweilen (L369p Kinrooi),
schrobben:
sjróbbe (L369p Kinrooi)
|
Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)]
III-2-1
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
o:dəklónj (L369p Kinrooi),
odeklonj (L369p Kinrooi)
|
Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20394 |
echtgenoot |
mens:
miene mins (L369p Kinrooi)
|
man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
mien vrouw (L369p Kinrooi)
|
vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)]
III-2-2
|