e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wolkenbank bank: bank (Klimmen) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wollen muts (kinderen) muts: mutsj (Klimmen) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] III-1-3
wonde wonde: wón (Klimmen) Wond: letsel, kwetsuur (blessure, wats, gorre). [N 84 (1981)] III-1-2
wonder wonder: wŏŏnder (Klimmen) wonder [SGV (1914)] III-3-3
wonderdoener wonderdoener: wonderdeuner (Klimmen), wondermaker: enne wondermaeker (Klimmen) Een wonderdoener. [N 96D (1989)] III-3-3
wonderen doen wonderen doen: wondere doèn (Klimmen), wóndere doeë (Klimmen), wóndere doën (Klimmen), wonderen maken: wóndere make (Klimmen) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen huizen: hoeze (Klimmen), hūzə (Klimmen), nest hebben: n nis höbbe (Klimmen), nestelen: nestele (Klimmen, ... ), wonen: woine (Klimmen), wuənə (Klimmen) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] || huizen || huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)] III-2-1, III-4-1
woonwagen kermiswagen: kirmeswage (Klimmen), woonwagen: woeënwage (Klimmen), woënwage (Klimmen) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2
woord woord: woird (Klimmen), wuərt (Klimmen) woord [RND], [SGV (1914)] III-3-1
worm- en horzelgat angelsbeet: aŋǝlsbiǝt (Klimmen) Gat in het leer, veroorzaakt door een horzelsteek. Runderhorzels leggen hun eieren in de huid van de koe. Als de larven er weer uit zijn gekropen, blijft er een klein gaatje over, dat weliswaar weer dichtgroeit, maar toch altijd een zwakke en lelijke plek in het leer blijft geven (Liedmeier, pag. 2). Steken van andere insecten kunnen dezelfde kwaliteitsverminderende invloed op het leer hebben. [N 60, 7b; N 36, 7] II-10