e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het heilig oliesel toedienen heilig oliesel geven: t hèllig aoliesel gaeve (Klimmen), heilig oliesel toedienen: ut heilig oliesel toedene (Klimmen), oliesel toedienen: t aoliesel toedéne (Klimmen) Het H. Oliesel toedienen. [N 96D (1989)] III-3-3
het hooi is binnen is in: es˱ en (Klimmen) Gevraagd werd naar de dialekt-weergave van de uitdrukking "Het hooi is binnen". In Q 100 vult de zegsman dan aan: "Het hooi is onder de pannen ... en den erme man is oet de sjuur." Het onderwerp van de gegeven uitdrukkingen is steeds: hooi. [N 14, 127] I-3
het inzetten van duiven die jonger zijn dan 1 jaar jongenspel (zn.): jónge-sjpieël (Klimmen) Het inzetten van zowel mannelijke als vrouwelijke duiven die jonger zijn dan 1 jaar, nog ongepaard (natuurspel)? [N 93 (1983)] III-3-2
het kalf afdraaien afhalen: āfhǭlǝ (Klimmen) Het kalf met mechanische middelen ter wereld helpen. [N 3A, 54a] I-11
het kleibed doornat maken aanmaken: ānmākǝ (Klimmen), de leem verzuipen: dǝr lęjm vǝrzūpǝ (Klimmen), nat maken: nāt mākǝ (Klimmen) In Q 83 werden met behulp van een lepelboor (lęp\lbu\r) gaten in de klei gemaakt. Vervolgens werd water op de klei gegooid dat door de gaten in de klei trok. Daardoor werd de grond vers (vi\s) en beter te bekneden (b\knē̜\). [N 98, 63; N 98, 68; monogr.] II-8
het kleibed met de voeten treden leem kneden: lē̜jm knē̜ (Klimmen), leem treden: lęjm trē̜ (Klimmen) [N 98, 67; monogr.] II-8
het kleibed omzetten mengen: meŋǝ, męŋǝ (Klimmen) [N 98, 65] II-8
het land aftreden aftreden: ãftrę̄(ǝ) (Klimmen) Voordat men begint te ploegen, schrijdt men de akker langs twee tegenover elkaar gelegen zijden af, a) om het midden te bepalen als men bijeen gaat ploegen, b) om hem in gelijke stukken te verdelen, als men in panden gaat ploegen, c) om de vooraf of achteraf te ploegen hoek uit te zetten, als het een gerende akker betreft. De opgesomde termen, die alle "het land", "de akker", "de plak" e.d. als object veronderstellen, zijn ook toepasselijk op het schrijdend opmeten van het land in het algemeen. [N 11, 40; N 11A, 131a; JG 1a + lb; monogr.] I-1
het licht aandoen aandoen: aandoên (Klimmen), aanmaken: aanmaken (Klimmen), het licht aanmaken: ⁄t leech aanmaken (Klimmen) Wat zegt u tegen \'het licht aansteken\'? (aandoen, aanmaken, aandraaien) [N 104 (2000)] III-2-1
het lossen uitstellen uitstellen: oetsjtèlle (Klimmen) het lossen uitstellen? [N 93 (1983)] III-3-2