e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
langzaam, traag langzaam: da giet langzaam (Koersel) Langzaam. Dat gaat langzaam [ZND 37 (1941)] III-4-4
langzamer stilletjes: stelǝkǝs (Koersel) Voermansroep om het paard langzamer te doen gaan. [N 8, 95h en 96] I-10
lantaarn lantaarn: latiejn (Koersel) lantaarn [ZND 37 (1941)] III-2-1
lap lap: lap (Koersel) lap [ZND A1 (1940sq)] III-1-3
laster laster: ook materiaal znd 30, 01  laster (Koersel) laster [ZND 01 (1922)] III-1-4
lastig (werken) lastig: ook materiaal znd 30, 02  lestig (Koersel), moeilijk: ook materiaal znd 30, 02  moeiəlijk (Koersel) lastig [ZND 01 (1922)] III-1-4
laten laten: loaten (Koersel), lottə (Koersel), lytə (Koersel) laten [ZND 25 (1937)], [ZND 46 (1946)], [ZND m] III-1-2
lauw lauw: lou wauter (Koersel) Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)] III-4-4
leefnet kaar: kaar (Koersel, ... ) Het net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend kan houden [leefnet, kaar]. [N 88 (1982)] III-3-2
leeftijd, ouderdom ouderdom: aaderdom (Koersel), aaerdom (Koersel), aardom (Koersel), ouderdom (Koersel) ouderdom; op zijn ouderdom [ZND 40 (1942)] III-2-2