22435 |
jarig zijn |
verjaardag hebben:
hê hê:t murgə vərjaordaag (L432a Koningsbosch)
|
Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)]
III-3-2
|
24097 |
jezuïet |
jezuet:
Zjezewiet (L432a Koningsbosch)
|
Een Jezuiet [Jozefiet, Zjezwiet]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24338 |
jong van een dier |
klein beestje:
kleen biejske (L432a Koningsbosch)
|
klein beestje [DC 37 (1964)]
III-4-2
|
34314 |
jong varken |
baggen (mv.):
baqǝ (L432a Koningsbosch),
bagje:
bɛkskǝ (L432a Koningsbosch)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34551 |
jonge gans |
gansje:
gęi̯skǝ (L432a Koningsbosch),
ganzenkuiken:
gāu̯zǝkȳkǝ (L432a Koningsbosch)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
34448 |
jonge geit |
geitje:
gē̜tjǝ (L432a Koningsbosch)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
19649 |
jonge kat |
katsje:
ketsje (L432a Koningsbosch)
|
Hoe noemt u een jong katje? (jongske, katje) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
23569 |
jonge koorzanger |
zangertje:
zangertje (L432a Koningsbosch)
|
Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20159 |
jongen |
jong:
jung (L432a Koningsbosch)
|
jongen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
aanstaande:
aansjtaondə (L432a Koningsbosch),
jong:
jŏng (L432a Koningsbosch)
|
Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|