24085 |
bedelmonnik |
bedelpater:
bèdelpater (L432a Koningsbosch)
|
Een bedelmonnik [sopbroêder]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24087 |
bedelpater |
bedelpater:
bèdelpater (L432a Koningsbosch)
|
Een pater van een van de bedelorden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24054 |
bediend worden |
bediend worden:
bedeend wäre (L432a Koningsbosch)
|
Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21558 |
bedienen |
bedienen:
īēmes bedëne (L432a Koningsbosch)
|
Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18965 |
bedriegen |
bedriegen:
bedrege (L432a Koningsbosch)
|
bedriegen: Als hij kans ziet zal hij proberen je te - [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
24092 |
begijn |
begijn:
begien (L432a Koningsbosch)
|
De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25559 |
beginnen te rijzen |
gaan:
gǭn (L432a Koningsbosch)
|
De informant van Q 121 merkt op dat dit "beginnen te rijzen" gebeurt van b.v. zondagavond tot 4 uur maandagmorgen. [N 29, 25a; monogr.]
II-1
|
20434 |
begrafenismaal |
koffietafel:
koffietaofel (L432a Koningsbosch)
|
het begrafenismaal [N 96D (1989)]
III-2-2
|
22906 |
beieren |
luiden:
loewe (L432a Koningsbosch)
|
Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23951 |
belofte |
belofte:
een belofte (L432a Koningsbosch)
|
Een belofte. [N 96D (1989)]
III-3-3
|