e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koningsbosch

Overzicht

Gevonden: 1225

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bedelmonnik bedelpater: bèdelpater (Koningsbosch) Een bedelmonnik [sopbroêder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bedelpater bedelpater: bèdelpater (Koningsbosch) Een pater van een van de bedelorden. [N 96D (1989)] III-3-3
bediend worden bediend worden: bedeend wäre (Koningsbosch) Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)] III-3-3
bedienen bedienen: īēmes bedëne (Koningsbosch) Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)] III-3-3
bedriegen bedriegen: bedrege (Koningsbosch) bedriegen: Als hij kans ziet zal hij proberen je te - [DC 35 (1963)] III-1-4
begijn begijn: begien (Koningsbosch) De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)] III-3-3
beginnen te rijzen gaan: gǭn (Koningsbosch) De informant van Q 121 merkt op dat dit "beginnen te rijzen" gebeurt van b.v. zondagavond tot 4 uur maandagmorgen. [N 29, 25a; monogr.] II-1
begrafenismaal koffietafel: koffietaofel (Koningsbosch) het begrafenismaal [N 96D (1989)] III-2-2
beieren luiden: loewe (Koningsbosch) Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)] III-3-3
belofte belofte: een belofte (Koningsbosch) Een belofte. [N 96D (1989)] III-3-3