e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koninksem

Overzicht

Gevonden: 1465
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kluit aarde klot: klǫt (Koninksem), klotsje: kløtšǝ (Koninksem) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knellen pijn doen: deun mich pain (Koninksem), pitsen: pitsen (Koninksem) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen pijn doen: deun mich pain (Koninksem), pitsen: pitsen (Koninksem) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3
kneuzen blutsen: blətza (Koninksem) blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)] III-2-3
knie knie: knie (Koninksem, ... ) knie [ZND 28 (1938)] III-1-1
kniezen grommelen: hei es altijd nt groemelen (Koninksem), nooit content: hei es noot ketent (Koninksem), heie əs nooit kontent (Koninksem) Hij is altijd aan t kniezen (ontevreden, morren). [ZND 28 (1938)] III-1-4
knijpen pitsen: pitsen (Koninksem) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knikker kei: kaa (Koninksem), kā (Koninksem) Kleiner Murmel. || Knikker: de kleine (van steen of glas). [ZND 16 (1934)] III-3-2
knipogen een oogje pitsen: ən uigskə pitsə (Koninksem), oogje pitsen: euigske pitsen (Koninksem) knipogen (een oog dichtdoen als teken van verstandhouding) [ZND 28 (1938)] III-1-1
knolraap, raap rapen: ruǝpǝ (Koninksem), ruǫpǝ (Koninksem) Brassica rapa L. var. rapa. Knolraap is de gekweekte knol van de plant met de naam raapzaad, die een radijsachtige smaak heeft en doorgaans als veevoeder wordt geteeld, maar ook werd gegeten. Vergelijk ook de toelichting bij het lemma Koolraap (Bovengronds). De knollen zijn wit en hebben de grootte van een appel; het bovenste randje van de knol is vaak purperkleurig. Vaak worden ze in het stoppelveld gezaaid, na de graanoogst. De antwoorden zijn in het meervoud gegeven, behalve voor de verkleinvorm raapje dat aan het einde van het lemma is toegevoegd. [N 7, 16; N 12, 40; N 12A, 4b; JG 1b, 2c; L 6, 3a; L 41, 1; Wi 5; R 3, 31; monogr.; add uit N 12, 41 en Goossens 1963, kaart 20] I-5