| 33607 |
besvrucht, algemeen |
kroezel:
kroezel (Q074p Kortessem)
|
I-7
|
| 21471 |
betalen |
betalen:
ge moet geld hebben om te kunnen betalen (Q074p Kortessem)
|
Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
| 18845 |
beteuterd |
verlegen:
vərliəgə (Q074p Kortessem),
ook materiaal znd 32, 67
vərliəgə (Q074p Kortessem)
|
beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|
| 21516 |
betrappen |
attraperen (<fr.):
atrəpiərə (Q074p Kortessem)
|
betrappen [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
| 18157 |
betten van een wonde |
baden:
beͅə (Q074p Kortessem),
bêë (Q074p Kortessem),
ən woͅn bēͅə (Q074p Kortessem)
|
betten || een wonde betten [ZND B1 (1940sq)] || een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
| 24561 |
beuk |
beuk:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
bok (Q074p Kortessem),
byjk (Q074p Kortessem),
bük (Q074p Kortessem)
|
beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)]
III-4-3
|
| 20786 |
beurs, overrijp |
paprijp:
paprēͅp (Q074p Kortessem),
paprijp (Q074p Kortessem)
|
beurs [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
| 19258 |
bevelen |
commanderen:
kommedere (Q074p Kortessem)
|
commanderen
III-1-4
|
| 34498 |
bevruchten |
treden:
triɛ (Q074p Kortessem)
|
Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
| 32267 |
bewerken met het haalmes |
de binnenkant bewerken:
de binnenkant bewerken (Q074p Kortessem)
|
De duigen aan de binnenkant met behulp van het haalmes licht uithollen. Daardoor kunnen de duigen later gemakkelijker worden gebogen. [N E, 17b]
II-12
|