id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
33607 | besvrucht, algemeen | kroezel: kroezel (Kortessem) | I-7 |
21471 | betalen | betalen: ge moet geld hebben om te kunnen betalen (Kortessem) | Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] III-3-1 |
18845 | beteuterd | verlegen: vərliəgə (Kortessem), ook materiaal znd 32, 67 vərliəgə (Kortessem) | beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4 |
21516 | betrappen | attraperen (<fr.): atrəpiərə (Kortessem) | betrappen [ZND 32 (1939)] III-3-1 |
18157 | betten van een wonde | baden: beͅə (Kortessem), bêë (Kortessem), ən woͅn bēͅə (Kortessem) | betten || een wonde betten [ZND B1 (1940sq)] || een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2 |
24561 | beuk | beuk: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk bok (Kortessem), byjk (Kortessem), bük (Kortessem) | beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3 |
20786 | beurs, overrijp | paprijp: paprēͅp (Kortessem), paprijp (Kortessem) | beurs [ZND 01 (1922)] III-2-3 |
19258 | bevelen | commanderen: kommedere (Kortessem) | commanderen III-1-4 |
34498 | bevruchten | treden: triɛ (Kortessem) | Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12 |
32267 | bewerken met het haalmes | de binnenkant bewerken: de binnenkant bewerken (Kortessem) | De duigen aan de binnenkant met behulp van het haalmes licht uithollen. Daardoor kunnen de duigen later gemakkelijker worden gebogen. [N E, 17b] II-12 |