e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

Gevonden: 2675
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
darmwormen wormen: werm (Kortessem) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: inwendige parasieten of darmwormen in het algemeen? [N 93 (1983)] III-3-2
darts flikken: Vgl. pag. 570: vogelepik, syn. flikke.  flikke (Kortessem), vogelenpik (zn.): Caféspel: met pijltjes naar de pikblok gooien om de meeste punten.  vogelepik (Kortessem) Met de pikken naar de roos werpen (vogelpik). || Vogelpik. III-3-2
darts add. vogelenpik bet de vlo: vogelepik bè de villau (Kortessem) Aan houten paaltjes werden houten ringen bevestigd, die al fietsend met een stok moesten verzameld worden; wie de meeste ringen afgestoken had, was de winnaar. III-3-2
das, sjaal sjaal: Men zegt sjerp voor warme halsdoek.  sjal (Kortessem), sjerp: sjerp (Kortessem), slat: z.o. maolslat voor zakdoek. [WNT: slat (I). Wss. een gew. vorm naast slet. 1. Lap, stuk goed.  slat (Kortessem) halsdoek || sjaal III-1-3
dauw op vruchten dauw: doo (Kortessem) I-7
de aankomst van de duif telefonisch melden telefoneren: telefoneere (Kortessem) het telefonisch melden van de aankomst van de duif [N 93 (1983)] III-3-2
de akker bewerken labeuren: labȳǝrǝ (Kortessem) Al het werk op de akker samen (bemesten, ploegen, eggen, rollen enz.) kan als één geheel gezien worden. Het werk op de akker staat dan in tegenstelling tot het werk op de boerderij. Het woord labeuren blijkt de volgende betekenisnuances te hebben: a. al het werk op de akker tot deze gereed is om bezaaid of beplant te worden, b. al het werk op de akker, het zaaien of planten inbegrepen, c. al het werk op de akker in het algemeen, soms met inbegrip van het oogsten. Vaak heeft het de bijbetekenis van zwaar werk verrichten. Opgaven van labeuren de zin van "het boerenbedrijf uitoefenen" of met "zwaar werk doen" als hoofdbetekenis zijn hier niet opgenomen. [N 5A, 95a add.; N 11A, 132 add.; N 11A, 143; JG 1a + 1b; L 37, 11c; monogr.] I-1
de banden uitsmeden fatsoen geven: fatsoen geven (Kortessem) Omdat een vat in het midden breder is dan aan de boven- en onderzijde, moeten de definitieve banden aan de benedenzijde ook breder worden gemaakt. De kuiper doet dit op het kuipersaambeeld met behulp van een geerhamer. Soms wordt ook een geermachine gebruikt. [N E, 43c] II-12
de binnenrand vlakmaken uitbladeren: uitbladeren (Kortessem), uitsnijden: uitsnijden (Kortessem) Met behulp van het schaafmes de binnenrand van het vat vlak maken op de plaats waar de kroos moet worden aangebracht. Volgens verschillende respondenten worden de binnenrand en binnenkant van het vat ook wel met een schaaf afgewerkt. Het schaafblok van zoɛn schaaf is voorzien van een van voor naar achter lopende, bolvormige zool. Zie ook het lemma ɛtoogschaaf met bolle zoolɛ in de algemene paragraaf over de werktuigen voor houtbewerkingen.' [N E, 35d] II-12
de binnenwand gladschaven gladsnijden: gladsnijden (Kortessem) De binnenwand van het vat met behulp van haalmessen en schaven gladmaken. [N E, 37a] II-12