e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

Gevonden: 2675
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deur deur: dø̄.r (Kortessem) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
diarree afgang: `ch hùb zoe fel den oòfgank (Kortessem), buikkrampen: boekkrampe (Kortessem), rappe, de -: rappe (Kortessem), schijterij: sjijterij (Kortessem) diarree III-1-2
dichtingsmateriaal lijnzaadpap: lijnzaadpap (Kortessem) De verschillende materialen die naast biezen en lissen worden gebruikt om kieren en naden in vaten en kuipen dicht te maken. Diverse respondenten maken melding van een papje dat van meel werd gemaakt en na droging hard werd. [N E, 54a; N E, 55] II-12
dief schelm: sjelm (Kortessem), šeͅlm (Kortessem, ... ) dief [ZND 23 (1937)] III-3-1
diep diep: dii̯p (Kortessem) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
dier, beest beest: hier ook opgenomen mat. van ZND 21, 011  bes (Kortessem), ook in ZND 23, 009  bēs (Kortessem) beest [ZND 01 (1922)] || dier [ZND 01 (1922)] III-4-2
difterie het geel: geel (Kortessem) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: difterie: gele vliesjes in bek en keel? [N 93 (1983)] III-3-2
dij bats: bats (Kortessem, ... ), batsə (Kortessem), bil: bil (Kortessem) dijen (deel v.h. been boven de knie) [ZND B1 (1940sq)] || Hoe heet het been boven de knie ? [ZND 23 (1937)] III-1-1
dijk dijk: dē̜k (Kortessem) Opgehoopte aarde. [N 27, 24; L 33, 34] I-8
dikke gebreide zwarte muts kornet (<fr.): Dit hoedje werd ook cornet genoemd.  <cornet> (Kortessem) muts: zwart hoofddeksel, al dan niet versierd met pareltjes en strikjes, met een lint onder de kin vastgebonden III-1-3