18828 |
getob; tobben |
gefots:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gefuts (Q074p Kortessem),
gemartel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gemattel (Q074p Kortessem),
gəmattəl (Q074p Kortessem),
gəmatəl (Q074p Kortessem),
gesukkel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gəsyggəl (Q074p Kortessem),
gəsygəl (Q074p Kortessem)
|
gemartel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
22082 |
getralied schutsel? |
barriertje:
brierkes (Q074p Kortessem)
|
het getralied schutsel dat diverse hokjes afscheidt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwd wijf:
gətróówt weef (Q074p Kortessem)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
20388 |
getuige zijn |
getuige zijn:
getuige zèn bè zennen trôuw (Q074p Kortessem)
|
getuige zijn
III-2-2
|
19092 |
gevaarlijk |
gevaarlijk:
gevaorlek (Q074p Kortessem),
periculeus:
be vuur spele das prekulaaes (Q074p Kortessem),
bè vuur spelen is perijkelous (Q074p Kortessem)
|
gevaarlijk || Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
19093 |
gevaarlijke kerel |
dangereux (fr.):
das nə dangereuse kjal (Q074p Kortessem),
gevaarlijk:
da ne gevaorlekke kiaal (Q074p Kortessem)
|
Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
19743 |
gevel |
hoofdwand:
høi̯want (Q074p Kortessem)
|
gevel, hoofdwand
III-2-1
|
17808 |
geven |
geven:
giəvə (Q074p Kortessem, ...
Q074p Kortessem),
gève (Q074p Kortessem),
langen:
B.v. da mog dje kinder ni lange; lang mich `n sigaret. Vgl. AN handlanger: helper, iem. die iets aanreikt.
lange (Q074p Kortessem)
|
geven [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
19134 |
gevoel |
gevoel:
gevúul (Q074p Kortessem)
|
gevoel
III-1-4
|
19264 |
gewillig |
gewillig:
gewillig (Q074p Kortessem)
|
gewillig
III-1-4
|