e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kotem

Overzicht

Gevonden: 60

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
abuis mis: dix beͅs mis (Kotem) Ge zijt abuis (= ge vergist u). [ZND 19 (1936)] III-1-4
adem adem: ich koͅs gənən ōͅjəm krīgə (Kotem) Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ademen adem krijgen: ich koͅs gənən ōͅjəm krīgə (Kotem) Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ader ader: də ōͅjərs van zənə koͅp (Kotem), ən ōͅjər ōpəgsnējə (Kotem) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)] III-1-1
bijl waarmee men het slachtvee klooft bijl: bil (Kotem) Zie ook het lemma ''slachtbijl''. [N 28, 90; monogr.] II-1
bijl waarmee men het vlees in kleine stukjes hakt bijl: bil (Kotem) Bedoeld zijn de kleine stukjes die in de worst worden verwerkt etc. De mes-opgaven binnen dit lemma duiden op een soort hakmes. [N 28, 115; N 28, 49] II-1
blaas van een geslacht varken blaas: blōs (Kotem) De blaas van het varken wordt voor verschillende doeleinden gebruikt volgens de respondenten. Men smeert er werkschoenen mee in of de houtzaag. Als heelmiddel wordt hij op een gekneusde plek gelegd. Men vangt er vogels mee of men doet er bloedworst in; zelfs brandewijn wordt ermee gesmokkeld. Hij kan functioneren als ijszak voor een zieke of als afsluiting voor levensmiddelen. Vaak dient de gedroogde blaas als tabakszak of geldzak. Opgeblazen en gedroogd is hij een voetbal voor de jeugd. Men maakt er kunstdarmen van en heel bekend is het gebruik ervan bij het Carnaval als "foekespot" of "rommelspot". Kan men er echt niets mee doen, dan wordt ie weggesmeten. [N 28, 73; N 28, 74; monogr.] II-1
bloed roeren roeren: rø̄rǝn (Kotem) Als het dier gestoken is, vangt men soms het bloed op om dit later in de bloedworst te verwerken. Om te voorkomen dat het bloed stolt, roert men er met de hand wat stro, een houtje of iets dergelijks doorheen. [N 28, 17; monogr.] II-1
boer boer: de boer (Kotem) boer [ZND 14 (1926)] III-3-1
branden branden: branǝ (Kotem) Na het krabben worden nog achtergebleven haren met brandend stro of een kaars of, moderner, met een (gas)brander verwijderd. [N 28, 25; N 28, 32] II-1