e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kunrade

Overzicht

Gevonden: 696

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
consecratie consecratie (<lat.): consecratie (Kunrade) De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
corpus corpus (lat.): dr corpus (Kunrade) Het corpus, de Christusfiguur van een kruisbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
credo credo (lat.): t credo (Kunrade) De gebeden of gezongen geloofsbelijdenis, het Credo. [N 96B (1989)] III-3-3
daas (tabanidae) praam: WLD  ’n praam (Kunrade) Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)] III-4-2
dageraad het begint te dagen: ⁄t begint te dááge (Kunrade) het aanbreken van de dag [lamieren, krieken] [N 91 (1982)] III-4-4
dal, vallei dal: ⁄n del (Kunrade) dal, vallei, stuk land dat gelegen is tussen meerdere heuvels of bergen [del] [N 81 (1980)] III-4-4
de kaarsen aansteken aansteken: aasjteëke (Kunrade) De kaarsen aansteken [aanstèèke, aanstaoke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarsen doven uitblazen: oetbloaze (Kunrade), uitmaken: oetmake (Kunrade) De kaarsen doven, uitmaken, uitdoen. [N 96B (1989)] III-3-3
de kerkgang maken de kerkgang maken: dr kirkgank maake (Kunrade) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de kruisweg bidden de kruisweg beden: dr kruutswèg beëne (Kunrade) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3