| 21322 |
gevangenis |
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
prezong (P057p Kuringen)
|
gevangenis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
| 19743 |
gevel |
gevel:
gēvəl (P057p Kuringen),
giəvəl (P057p Kuringen),
zijkant
gēvəl (P057p Kuringen),
voorgevel:
voorkant
vōrgēvəl (P057p Kuringen)
|
een schoone gevel [ZND 35 (1941)]
III-2-1
|
| 17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
gevielich (P057p Kuringen)
|
mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
| 17740 |
gevoelloos (zijn) |
doof:
doèf (P057p Kuringen)
|
in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
| 19381 |
gewelf |
gewelf:
gǝwɛlǝf (P057p Kuringen)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.]
II-9
|
| 33298 |
gewone melkdistel |
douwdissel:
dau̯desǝl (P057p Kuringen)
|
Sonchus oleraceus L. Een op bouwland, in moestuinen en wegbermen voorkomend onkruid met een penwortel, bleekgele tot gele bloempjes uit "buikige" korfjes in een scherm en met grof ingesneden dof- of grijsgroen, vaak paars aangelopen bladeren met een stekelige bladrand. Het wordt 30 tot 90 cm hoog en bloeit van juni tot de herfst.
I-5
|
| 33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
spęrǝ (P057p Kuringen)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|
| 17564 |
gewricht |
gewricht:
gevricht (P057p Kuringen)
|
hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
| 17588 |
gezicht |
gezicht:
bliek gezich (P057p Kuringen),
gezich (P057p Kuringen)
|
hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] || viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)]
III-1-1
|
| 20327 |
gezin |
huishouden:
houësa.ge (P057p Kuringen)
|
man, vrouw en kinderen bij elkaar, het gezin [volk, huishouden, kot] [N 115 (2003)]
III-2-2
|