e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kuringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lange broek lange broek: lang broek (Kuringen), ’n lang broək (Kuringen), Lang brouk. Kot brekske.  lang brōuk (Kuringen) lange broek [ZND 16 (1934)] || lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
lange neus lange neus: lang naos (Kuringen), lange snuit: lang snòt (Kuringen) een lange neus [ZND 39 (1942)] III-1-1
langen langen: Geven, b.v. lang mich oer pen.  langen (Kuringen), Geven.  langen (Kuringen) Is bij u een werkwoord langen bekend? Schrijf de juiste betekenis tussen haakjes achter de dialectuitspraak (geven, nemen, overreiken enz.). [ZND 37 (1941)] III-1-2
langwerpige streep van voorhoofd tot neus streep: strip (Kuringen) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9
langzaam, traag langzaam: da git langzaam (Kuringen) Langzaam. Dat gaat langzaam [ZND 37 (1941)] III-4-4
lantaarn lantaarn: lantiaan (Kuringen), lantjaan (Kuringen) lantaarn [ZND 37 (1941)] III-2-1
laten laten: loate (Kuringen), loətə (Kuringen) laten [ZND 08 (1925)], [ZND 25 (1937)] III-1-2
lauw lauw: loo wetter (Kuringen) Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)] III-4-4
leeftijd, ouderdom ouderdom: aderdom (Kuringen, ... ) ouderdom [ZND 05 (1924)] || ouderdom; op zijn ouderdom [ZND 40 (1942)] III-2-2
leeg, niets bevattend leeg: leeg (Kuringen, ... ) Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)] III-4-4