e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kuringen

Overzicht

Gevonden: 2406

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aas in het kaartspel aas: eés (Kuringen), hatten oa(a)s (Kuringen), kokken oos (Kuringen), schuppen oos (Kuringen, ... ), ées (Kuringen), lijk int engels house maar zonderr h  hatten aŏs (Kuringen) Aas: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Aas: ruiten aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] || Aas: schoppen aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] || Ik heb de vier azen. [ZND 19A (1936)] || Schoppen: schoppen aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] III-3-2
abuis mis: das mis (Kuringen), verdoold: dje verdoo(e)lt ôêch (Kuringen), djee verdould och (Kuringen), ook materiaal znd 19a,6  djee verdoold och (Kuringen), djé verdooelt ôêch (Kuringen), djé verdoolt ôêch (Kuringen) abuis [ZND 01 (1922)] || Dat is mis. [ZND 38 (1942)] || Ge zijt abuis (= ge vergist u). [ZND 19 (1936)] III-1-4
achterdocht achterdocht: ich haa gien achterdocht (Kuringen), ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  achterdocht (Kuringen) achterdocht [ZND 01 (1922)] || ik had geen achterdocht (ik vermoedde geen kwaad) [ZND 32 (1939)] III-1-4
achterhaam achterhaam: axtǝrhām (Kuringen) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterknie hak: hak (Kuringen), schijtvars: sxē̜.t˲vas (Kuringen) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achteruit achter: axtǝr (Kuringen), terug: trik (Kuringen) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achteruitgaan achteruitgaan: achteroutgaon (Kuringen) achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2
achterwand achterste hoofdbred: axtǝrstǝ hibrīǝ.t (Kuringen), hoofdbred: høt˱bręi̯t (Kuringen) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
adem asem: ich kos menen ōsem nie krijge (Kuringen) Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ademen asem krijgen: ich kos menen ōsem nie krijge (Kuringen), asemen: ich kos nie oo(a)seme (Kuringen) Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1