e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kuttekoven

Overzicht

Gevonden: 310
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koppelhaak, koppelketting trekel/trikkel: trī.kǝl (Kuttekoven) De in dit lemma verenigde termen betreffen het verbindingsstuk ( + evt. onderdelen) tussen het zwenghout van het trekdier en de kam of stelboog. Dat was meestal - en vooral bij de oude voetploeg - een korte ketting met een haak aan de uiteinden. Vaak echter bestond dit koppelstuk uit twee haken, twee ringen of een haak en een ring die onderling door een draaihaak verbonden waren, of kon volstaan worden met een haak, een open schakel of een ring zonder meer. Bij de latere ijzeren wentelploeg met voorkar kon het zwenghout rechtstreeks aan de haak van de stelboog worden vastgemaakt. Sommige opgaven benoemen dan ook de vaste haak die deel uitmaakt van de grindelstang ofwel de tot de breedteregeling behorende beweegbare haak. De bovengenoemde of een daarop gelijkende ketting werd - en enkele van de onderstaande termen wijzen daar al op - eveneens gebruikt om de eg met het zwenghout te verbinden. Men zie daarom ook het lemma Egketting ca. [JG 1b + 1e + 2c; JG 2b-4, 2c; N 11, 35; N 11 A, 95b + 99c] I-1
koppig koppig: ook materiaal znd 28, 31  koͅpig (Kuttekoven) koppig [ZND 01 (1922)] III-1-4
kornoelje (alg.) pompernoel: pompernul (Kuttekoven) kornoelje [ZND 01 (1922)] III-4-3
kortwieken afsnijden: oǝfsnęi̯ǝ (Kuttekoven) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kostganger kostganger: kosgēͅner (Kuttekoven) een kostganger (die bij anderen inwoont) [ZND 28 (1938)] III-3-1
kraag kraag: kroāg (Kuttekoven) kraag [ZND 28 (1938)] III-1-3
krassen strepen: ps. omgespeld volgens Frings!  strēͅi̯pən (Kuttekoven) krassen [ZND 01 (1922)] III-4-4
kreeft krab: ook in ZND 28, 048  krap (Kuttekoven) kreeft [ZND 01 (1922)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krēīntəmik (Kuttekoven) krentenbrood [ZND 28 (1938)] III-2-3
kreunen van de pijn keken: këyke (Kuttekoven) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2