e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meester meester: mɛstər (Kwaadmechelen), schoolmeester: schóólméstər (Kwaadmechelen) (school)meester [RND] || onderwijzer; Hoe werd voor de 2e Wereldoorlog een onderwijzer van de lagere school genoemd? [DC 48 (1973)] III-3-1
meid, dienstmeid meisje: māsǝ (Kwaadmechelen) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn haagdoorn: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  hougdoorn (Kwaadmechelen), meidoorn: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  maaidoorn (Kwaadmechelen) haag- of meidoorn, met rode bloemen [ZND 24 (1937)] || haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)] III-4-3
meikever meikever: IPA  mɛkevər (Kwaadmechelen), mulder: IPA  moͅlə (Kwaadmechelen), møldər (Kwaadmechelen) Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)] III-4-2
meisje meisje: maschke (Kwaadmechelen), maske (Kwaadmechelen) meisje [ZND 11 (1925)] III-2-2
meisjesmuts met afhangende strook kapmuts: kapmuts (Kwaadmechelen) meisjesmuts die nauw om het hoofd sluit en met een strook afhangt tot op de schouders [kaaper, kappelin, kapmöts] [N 25 (1964)] III-1-3
meisjespantalon met kanten pijpen kanten broek: kān`əbruk (Kwaadmechelen) meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)] III-1-3
mekkeren bleten: blē̜ʔǝ (Kwaadmechelen) Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12
melden (kaartterm) afbieden: mekander afbieden (Kwaadmechelen), melden: ?  ik mel 75 (Kwaadmechelen) Melden. (in welke betekenis wordt dat woord gebruikt? Geef de uitdrukking waarin het voorkomt, b.v. bij het kaartspelen, enz.). [ZND 38 (1942)] III-3-2
melganzevoet mel: męl (Kwaadmechelen) Chenopodium album L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op braakliggend land en bouwland, vooral bij sterke bemesting, en met name ook waar pulpkuilen gestaan hebben. Het heeft witte bloemtrosjes, die van juli tot de herfst bloeien, en bladeren die van boven dof en van onder wit-melig zijn. De hoogte varieert van 15 tot 120 cm. [JG 1a, 1b; A 60A, 83; monogr.] I-5