e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laak

Overzicht

Gevonden: 1208
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oot vlughaver: -  vluughaver (Laak) oot [wilde haver] [DC 30 (1958)] III-4-3
oot, wilde haver vlughaver: vlȳghāvǝr (Laak) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op de loop gaan op de loop gaan: op de luip gaon (Laak) op de loop gaan [SGV (1914)] III-1-2
ophouden met het werk uitscheiden: oetscheie (Laak) ophouden (m.h. werk) [SGV (1914)] III-1-4
oprispen rupselen: rupsele (Laak) oprispen [SGV (1914)] III-1-2
opstijven afkoelen: āfkø̄lǝ (Laak) De stroop door afkoelen stijf laten worden. [N 57, 33] II-2
optillen heffen: höffe (Laak) heffen, tillen [SGV (1914)] III-1-2
opzettelijk expres: espres (Laak) expres [SGV (1914)] III-1-4
oud, bejaard bejaard: bejaord (Laak) bejaard [SGV (1914)] III-2-2
oude man oude man: een aoie man (Laak) oude [een ~ man] [SGV (1914)] III-3-1