e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288b plaats=Laar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varshaak varshaak: varshǭk (Laar) Gereedschap dat dient om aan de binnenkant van de klomp de hak en de hakbodem glad te maken. Het snijdende gedeelte van de varshaak is enkele centimeters breed, is aan beide zijden aangescherpt en in een cirkel rondgebogen. Soms heeft het ook heeft de vorm van een van boven platgedrukt vraagteken. Het houten handvat van de haak is ongeveer 30 cm lang. Zie ook afb. 247. [N 97, 23; A 29a, 9; Bakeman 9; monogr.] II-12
vaste uitwerpselen keutelen: kø̄tǝlǝ (Laar), schaapskeutelen: sxǭpskø̄tǝlǝ (Laar), stront: strōnt (Laar) In de vragen L 20, 22f en A 4, 22f werd ook gevraagd naar het gebruik van schapenmest. Uit de antwoorden blijkt dat schapenmest kon dienen als bemesting in het algemeen en als weiland- en bloembemesting. Ook vermengde men schapenmest met stalmest. Schapenmest werd wel eens gebruikt om stokbomen in te planten. [N 77, 122; L 20, 22f; A 4, 22f; A9, 24c] || Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11, I-12
vat, ton ton: ton (Laar), vat: vā.t (Laar) Een vat of ton is uit houten duigen en twee bodems samengesteld en wordt met behulp van houten of metalen banden bijeen gehouden. Het middendeel ervan, de buik, heeft de grootste omvang. Vanuit het midden loopt het vat naar het boven- en ondereinde smaller toe. [N E, L; L 21, 40; monogr.] II-12
veel drinken buizen: Bargoens: buizen  buize (Laar), lurken: Liktj toch neet zoeë aan di-j fles te lörke Wi-j völ hejje d¯r weer gelörktj vandaag: hoeveel heb je er weer gedronken vandaag  lörke (Laar), pimpelen: pûmpele (Laar), zuipen: zoëpe (Laar), zū.pə (Laar), zuuptj, zoeëp, gezoeëpe  zoêpe (Laar), zuuptj, zoôp, gezoôpe  zoêpe (Laar) gulzig drinken || pimpelen, drinken || veel drinken van alkoholische drank || zuipen [DC 35 (1963)] || zuipen, onmatig drinken [DC 38 (1964)] || zuipen, veel drinken III-2-3
veel geld waard veel geld waard: völ geldj weird (Laar) veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)] III-3-1
veelvraat slokmieneke: Uitsluitend verklw.  slókmieneke (Laar) snoeper, veelvraat III-2-3
veer veer: vaer (Laar, ... ) veer || veer, pen, pluim III-4-1
vegen, keren keren: kiərə (Laar) vegen III-2-1
veiligheidsspeld sluitspelde: slu.tspɛl (Laar) Speld waarvan de punt in een dopje of haakje sluit, zodat men zich daaraan niet kan prikken en zij niet kan losgaan. [N 62, 50b; MW; monogr.] II-7
vel op gekookte melk vel: vɛl (Laar) Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b] I-11