e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288b plaats=Laar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voedsel kost: Verklw. kösje Köstelik: kostelijk  kost (Laar), menagie: Menaazieklep: mond (kazernetaal)  menaazie (Laar) kost || voedsel III-2-3
voelen voelen: veule (Laar) voelen III-1-4
voering, voeringstof voering: vø̄reŋ (Laar) Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.] II-7
vogel, algemeen gevogel: mv.  gevuuêgel (Laar), vogel (enk.): voeëgel (Laar) gevogelte || vogel III-4-1
vogelmuur muur: geneeskrachtige plant  mieër (Laar, ... ) murik || murik, muur III-4-3
vogelwikke rijf: rief (Laar) vogelwikke III-4-3
volière kevie: kooi van gevlochten materiaal; oude bijenkorf door kippen als legnest gebruikt.  kee’vie (Laar) kooi v vogels III-2-1
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bei̯r (Laar) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
vonderbalk, pasbrug vondelbalk: vo.ndǝlbalǝk (Laar) De horizontale balk, als onderdeel van de houten licht, waar het pasblok van het staakijzer (in watermolens) of de kleine spil (in windmolens) op rust. Zie ook afb. 85. [N O, 23b; A 42A, 26; Vds 105; Jan 143; Coe 127; Grof 150; N D, 21; A 42A, 22] II-3
vonk vonk: voͅ.ŋk (Laar) vonk III-2-1