e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speelman, klapspaan klephout: klɛphǫwt (Laar) Aan het staakijzer bevestigde houten of ijzeren lat of van armen voorziene ijzeren kop waarmee het schoen in schuddende beweging wordt gehouden. In P 55 had de as vier vlakke kanten. In P 58 en Q 83 waren er respectievelijk vier tappen (tapǝ) en vier tanden (tān) of knotsen (knotsǝ) aan de kop bevestigd (Vanderspickken, pag. 112). De wippelaar uit Q 9 bestond uit hout met leer ertegen. [N O, 14n; A 42A, 18; N D, 32; Vds 150; Jan 157; Coe 138; Grof 159] II-3
speen van de koe deem: dēm (Laar) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
speld spelde: spɛl (Laar) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelen (alg.) spelen: speule (Laar) Als je klaar bent mag je gaan spelen. [DC 35 (1963)] III-3-2
sperziebonen breekboontjes: braekbuüenkes (Laar) spercieeboontjes I-7
spiegel spiegel: spēgəl (Laar) spiegel III-2-1
spin spin: spin (Laar) spin III-4-2
spinnenweb spinnenkop: spinnekop (Laar) spinnenweb III-4-2
spitsmuis scheermuis: schaermoês (Laar) spitsmuis III-4-2
spons spons: spo.ns (Laar) spons III-2-1