26505 |
speelman, klapspaan |
klephout:
klɛphǫwt (L288b Laar)
|
Aan het staakijzer bevestigde houten of ijzeren lat of van armen voorziene ijzeren kop waarmee het schoen in schuddende beweging wordt gehouden. In P 55 had de as vier vlakke kanten. In P 58 en Q 83 waren er respectievelijk vier tappen (tapǝ) en vier tanden (tān) of knotsen (knotsǝ) aan de kop bevestigd (Vanderspickken, pag. 112). De wippelaar uit Q 9 bestond uit hout met leer ertegen. [N O, 14n; A 42A, 18; N D, 32; Vds 150; Jan 157; Coe 138; Grof 159]
II-3
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dēm (L288b Laar)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
18390 |
speld |
spelde:
spɛl (L288b Laar)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.]
II-7
|
22383 |
spelen (alg.) |
spelen:
speule (L288b Laar)
|
Als je klaar bent mag je gaan spelen. [DC 35 (1963)]
III-3-2
|
33513 |
sperziebonen |
breekboontjes:
braekbuüenkes (L288b Laar)
|
spercieeboontjes
I-7
|
19804 |
spiegel |
spiegel:
spēgəl (L288b Laar)
|
spiegel
III-2-1
|
24381 |
spinnenweb |
spinnenkop:
spinnekop (L288b Laar)
|
spinnenweb
III-4-2
|
24359 |
spitsmuis |
scheermuis:
schaermoês (L288b Laar)
|
spitsmuis
III-4-2
|
19806 |
spons |
spons:
spo.ns (L288b Laar)
|
spons
III-2-1
|