18271 |
kraagmantel |
pelerine (<fr.):
peͅlərin (Q088p Lanaken)
|
een ouderwetse kraagmantel (pellerine?) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
29061 |
kraagpunt |
krang:
kraŋ (Q088p Lanaken),
revershaak:
rǝvē̜rhōk (Q088p Lanaken)
|
Het spits toelopende uiterste deel van de legger van de kraag aan de schouderzijden, haaks op de revers. [N 59, 122b]
II-7
|
22858 |
kraaltjes |
kraaltjes:
krɛlkəs (Q088p Lanaken)
|
kraaltjes [RND]
III-3-2
|
32621 |
kraan van de metalen gierton |
kraan:
kr˙ān (Q088p Lanaken)
|
De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.]
I-1
|
26555 |
kraangaten |
loker:
lō.kǝr (Q088p Lanaken)
|
De twee gaten opzij in de molensteen waarin pinnen bevestigd kunnen worden die door de steenogen aan de onderzijde van de steenbeugels worden gestoken. [Vds 160; Jan 185; Coe 150; Grof 178]
II-3
|
24196 |
kraanvogel |
kroenekraan:
kroenekraan (Q088p Lanaken),
(geen fon doc.)
kroenekraan (Q088p Lanaken),
kronekraan:
kronekraan (Q088p Lanaken)
|
kraanvogel [ZND 01 (1922)], [ZND 17 (1935)]
III-4-1
|
28904 |
kragenblok |
kraagblok:
krǭxblok (Q088p Lanaken)
|
Voor het strijken van de kraag gebruikt men het kragenblok. Het kragenblok dient ook voor het inpersen van borststukken, het gladmaken van korte vlakten en het platpersen van kleine naden (Gerritse, pag. 34). De informant van L 417 zegt de kragen op de tafel te strijken. De informant van Q 83 vermeldt dat het heel lang geleden is dat hij een kragenblok heeft zien gebruiken. Er bestaan alleen houten kragenblokken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ.' [N 59, 19e]
II-7
|
21340 |
kramer |
kraam:
kriem (Q088p Lanaken),
kramer:
verkoopt iets langs huizen
krīmər (Q088p Lanaken)
|
Kramer. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gezet (Q088p Lanaken),
gəzet (Q088p Lanaken),
gəzät (Q088p Lanaken)
|
krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
schramen:
schriemen (Q088p Lanaken),
šrīmə (Q088p Lanaken),
schramen maken:
chrimə moͅkə (Q088p Lanaken)
|
krassen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|