e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
priktol dop: dop (Lanaken, ... ) Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] III-3-2
proces-verbaal proces-van-baal: de kreis a persses van baol (Lanaken) Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)] III-3-1
profiteren profiteren: proͅfəterə (Lanaken), van de occasjie profiteeren (Lanaken), van də gəlijgənhijt profitērə (Lanaken) Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)] III-1-4
pronkveer op een hoed pluim: plŏŭm, pluimke (Lanaken) Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)] III-1-3
proppenschieter klakkebus: klakkebus (Lanaken), knakbuis: knakbuis (Lanaken, ... ), ən knakbuis (Lanaken) Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)] III-3-2
provisiekast, etenskast schap: šōͅp (Lanaken), schapraai: šeͅprōͅi̯ (Lanaken), spinde: spēn (Lanaken), vliegenkastje: vl‧ē̝i̯gəkɛskə (Lanaken) een schaprade, schapraai (etenskast) [ZND 06 (1924)] || spinde [ZND 07 (1924)] || voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)] III-2-1
pruim pruim: proum (Lanaken) [ZND 34 (1940)] I-7
prutsen fiemelen: fīmələ (Lanaken), fotsen: fotchen (Lanaken), frutselen: frutselen (Lanaken), frytsələ (Lanaken), futselen: futselen (Lanaken), klommelen: klōmmələ (Lanaken), knutselen: knutsele (Lanaken), prutselen: prutselen (Lanaken), prutsələ (Lanaken), prøtselə (Lanaken), prutsen: prutsen (Lanaken) Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)] || prutsen: betekenis [ZND 40 (1942)] || prutsen: uitspraak [ZND 40 (1942)] III-1-4
prutswerk geklommel: ⁄n boel geklőmmel (Lanaken), geknoei: geknoei (Lanaken), wat ə gəknuj (Lanaken), wat ə gəknūə (Lanaken), wat ⁄n geknoei (Lanaken), gemors: gemoors (Lanaken), prullenwerk: prullewerk (Lanaken) Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)] III-1-4
puimsteen puim: puim (Lanaken), puimsteen: pø̜mstē̜n (Lanaken) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9