e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lanaken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijden rijden: rijen (Lanaken), rijjə (Lanaken) rijden [ZND 25 (1937)] III-3-1
rijggaren rijgaren: ręjgǭrǝ (Lanaken) Grover soort garen, die men gebruikt om de patroondelen voorlopig aan elkaar vast te naaien (Gerritse, pag. 37). De antwoorden van de informanten zijn in twee delen gesplitst. De eerste groep bestaat uit woordtypen waarvan men het gebruik van het garen kan afleiden. De tweede groep woordtypen geeft niet alleen het gebruik aan, maar ook het materiaal waarmee men werkt. [N 59, 6b; N 62, 57; monogr.] II-7
rijgsteek troggelsteek: trǭgǝlstēk (Lanaken) Zie afb. 31. [N 59, 52a; N 62, 16a; N 62, 6] II-7
rijk vol: vǫl (Lanaken) Zie de toelichting bij het lemma ɛrijk liggenɛ.' [N O, 34k; Vds 219; Jan 199; Coe 172] II-3
rijkdom fortuin: fortøͅyn (Lanaken), rijkdom: rīgdom (Lanaken) rijkdom [RND] III-3-1
rijke lieden rijke lui: rieke lūi (Lanaken), rīkə lui (Lanaken), ui kort  rikə luij (Lanaken) Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1
rijksveldwachter bode: boi (Lanaken), veldwachter: veltwaxtər (Lanaken) Hoe zegt men dat iemand door den veldwachter in boete wordt geslagen? Vertaal: "De veldwachter zal hem ... [ZND 36 (1941)] || veldwachter [ZND m] III-3-1
rijkswachter gendarme (fr.): gendērem (Lanaken), ənə gəndeͅrm (Lanaken), e van net  gəndērm (Lanaken), g als in Frans gendarmerie  ənə gəndeͅrəm (Lanaken) Gendarm, rijkswachter. [ZND 35 (1941)] III-3-1
rijn destel: dastǝlt (Lanaken) Algemene benaming voor het van vier klauwen voorziene ijzeren kruis in het middengat van de draaiende molensteen dat dient om de draaiïng van het staakijzer op de steen over te brengen. Zie voor de benamingen voor speciale rijntypen de lemmata ɛtweetakrijnɛ, ɛdrietakrijnɛ en ɛbalanceerrijnɛ.' [N O, 15a; A 42A, 20; N D, 18; Sche 45; Vds 84; Jan 122; Coe 100; Grof 120] II-3
rijngat kotje: ky.tšǝ (Lanaken) Het vierkante gat in het midden van de viertakrijn waar de kop van het staakijzer (bij watermolens) of de kleine spil (bij windmolens) in past. Zie ook afb. 80. [N O, 15f; Jan 124; Coe 102] II-3