21498 |
inkt |
inkt:
da ɛs blaan ink (P171p Landen),
das blauven ink (P171p Landen),
daz blaaniŋk (P171p Landen)
|
Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
21562 |
italiaan |
italiaan:
da ɛs ɛne Italjauwn (P171p Landen),
italiaander:
das ⁄n Itallieender (P171p Landen),
daz ənənital⁄eͅndər (P171p Landen)
|
Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
22435 |
jarig zijn |
jarig zijn:
jôerig (P171p Landen)
|
Jarig. [Willems (1885)]
III-3-2
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
jøŋk (P171p Landen)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]
I-11
|
34314 |
jong varken |
kurre:
kørǝ (P171p Landen)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34551 |
jonge gans |
jonge gans:
jugǝ gās (P171p Landen),
juŋǝ gās (P171p Landen)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
21335 |
jood |
jood:
eine jood, twie joden (P171p Landen)
|
Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)]
III-3-1
|
21047 |
kaam |
kaan:
kǫwn (P171p Landen)
|
Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.]
II-2
|
22505 |
kaarten (ww.) |
kaarten:
kooite (P171p Landen)
|
Kaarten. [Willems (1885)]
III-3-2
|
34492 |
kakelen |
kakelen:
kākǝlǝ (P171p Landen, ...
P171p Landen),
kakkedeiken:
kakǝdākǝ (P171p Landen, ...
P171p Landen),
kekǝdø̄kǝ (P171p Landen, ...
P171p Landen)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een kip. Dit lemma is onderverdeeld in geluiden die de kip maakt: (1) voordat ze een ei gaat leggen; (2) nadat ze een ei gelegd heeft. [N 19, 46; L 34, 12; L 34, 13; Vld.; N 18, add.; monogr.]
I-12
|