e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L422p plaats=Lanklaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruien schurgen: šø̜rǝgǝ (Lanklaar) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kruik: kroek (Lanklaar) kruik [ZND 01 (1922)] III-2-1
kruim kruimel: (m.).  krø͂ͅməl (Lanklaar) Het zachte binnenste van het brood (kruim?) [N 16 (1962)] III-2-3
kruimel greumel: grø̄məl (Lanklaar), greumeltje: greumelke brôêd (Lanklaar) kruimel brood [ZND 36 (1941)], [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
kruin kruin: krūə:n (Lanklaar), top: tŏĕp (Lanklaar) kruin [ZND 01 (1922)] || kruin van het hoofd [N 10 (1961)] III-1-1
kruis kruis: kruus (Lanklaar), kry(3)̄s (Lanklaar), krȳ.s (Lanklaar), krȳs (Lanklaar), krȳǝs (Lanklaar) Beenderenstelsel aan het einde van de rug. [N 3A, 109] || Een kruis. [ZND A2 (1940sq)] || Kruis. [ZND 01 (1922)] || Kruising van ruggegraat en achterheupen, uitlopend in de staart en staartwortel. Zie afbeelding 2.31. [JG 1a, 1b; N 8, 13 en 14] I-11, I-9, III-3-3
kruisbeeld lieveheer: i = kort  livenieër (Lanklaar) Crucifix. [ZND 01 (1922)] III-3-3
kruisbeen kruisbeen: krysbē̜i̯n (Lanklaar), krȳsbɛi̯n (Lanklaar), krȳs˱bē̜i̯n (Lanklaar) Heiligbeen, os sacrum; één der beenderen van het bekken. Het is een driehoekig beenstuk, ontstaan uit de vergroeiing van vijf wervels. [N 3A, 110a] I-11
kruisbes miemert: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u 138  meiemërt (Lanklaar) kruisbes [ZND 01 (1922)] I-7
kruiselings overhoeks eggen overoord [eggen]: ø̄vǝrō.rt (Lanklaar) Manier van schuin eggen waarbij men telkens naar de volgende aangrenzende zijde gaat, zodanig dat de egbanen elkaar kruisen en de akker dus dubbel bewerkt wordt; zie afb. 72. Een rechthoekige lange akker kan kruiselings overhoeks worden geëgd volgens een patroon dat grotendeels het dubbele is van afb. 72: halverwege de akker laat men het egpatroon overgaan in zijn spiegelbeeld; zie afb. 73. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting op het lemma ''eggen''.' [JG 1b+ 1d add.; N 11, 84c add.; N 11A, 177d + e; monogr.] I-2