34453 |
met de horens stoten, gezegd van de bok |
stoten:
stū.tǝ (L422p Lanklaar),
stūtǝ (L422p Lanklaar)
|
[N 19, 75]
I-12
|
34625 |
met de kar achteruit rijden |
achteruit varen:
axtǝrūt ˲vārǝ (L422p Lanklaar),
terugzetten:
trø̜k˲zętǝ (L422p Lanklaar)
|
Voor de voermansroep om het paard achteruit te doen gaan, zie wld I.10 onder het lemma achteruit. [N 17, 95 + 99]
I-13
|
34623 |
met de kar rijden, iets vervoeren |
rijden:
rii̯ǝ (L422p Lanklaar)
|
Dit lemma vormt een aanvulling van het lemma met paard en kar rijden in wld I.10. Alleen de opgaven voor de plaatsen waarvoor in WLD I.10 geen materiaal voorhanden was, zijn hier opgenomen. De kaart combineert de gegevens van beide lemmata. [N 17, 94; RND 97; monogr.]
I-13
|
17868 |
met de linkerhand |
met de linkse hand:
met de leinkse hand (L422p Lanklaar)
|
met de linkerhand [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
33855 |
met de voorpoten harkend over de grond krabben |
krabben:
krabǝ (L422p Lanklaar)
|
Met de hoeven in de aarde krabben of wroeten. [JG 1a; N 8, 74]
I-9
|
33999 |
met de zweep slaan of geluid geven |
klatsen:
klatsǝ (L422p Lanklaar)
|
Het slaan met de zweep brengt een knallend geluid voort. Terwijl in de enquête van J. Goossens het werkwoord zwepen in de jaren vijftig enkel voor Achel (L 282) en Hamont (L 286) werd opgetekend, vermeldt de enquête van P. Willems (1885)het nog voor een groot aantal gemeenten uit de beide Limburgen. Zie in dit verband ook ros voor "paard" (WLD I, afl. 9, p. 5). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 141a; Wi 42; monogr.]
I-10
|
17946 |
met grote stappen lopen |
greiden:
(grejen)
grējə (L422p Lanklaar)
|
stappen, grote ~ maken [stuppen] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34140 |
met opgeheven staart rondlopen |
biezen:
bezǝ (L422p Lanklaar),
bezǝn (L422p Lanklaar),
bizǝn (L422p Lanklaar)
|
[N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
34003 |
met paard en kar rijden |
varen:
vā.rǝ (L422p Lanklaar)
|
[JG 1b, 2c; N 8, 100; Wi 33; monogr.]
I-10
|
34004 |
met paard en koets rijden, paardrijden |
rijden:
rī.ǝ (L422p Lanklaar)
|
Het paard besturen als het voor de koets gespannen is, of als het als rijdier gebruikt wordt. Deze twee begrippen worden terminologisch niet onderscheiden. [JG 1a, 1b; Wi 29; monogr.]
I-10
|