27830 |
tussengalerij |
tussenvoie:
tøsǝnvuj (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Galerij die in de strijrichting van de koollaag wordt gedreven tussen twee verdiepingen in. [N 95, 375; monogr.]
II-5
|
21491 |
tussenpersoon |
commissionair (<fr.):
Van Dale: commissionair (<Fr.), 1. iemand die op eigen naam en tegen genot van loon of provisie op order of voor rekening van een ander (vroeger) daden van koophandel verricht, (nu) overeenkomsten sluit; - 2. boodschaploper, pakjesdrager.
commissionêr (L422p Lanklaar)
|
bode [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
21618 |
twee centiem |
cent:
ps. omgespeld volgens Frings.
ēͅi̯nə seͅnt (L422p Lanklaar),
sēͅnt (L422p Lanklaar)
|
koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21626 |
twee frank |
dobbele frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
doͅbbələ frang (L422p Lanklaar)
|
2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33263 |
tweede klaversnede |
tweede klee:
twīdǝ [klee] (L422p Lanklaar)
|
Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
trumpen:
het trumpt (L422p Lanklaar),
tr"mpə (L422p Lanklaar)
|
Kleppen (de 2 maal luiden voor de H. mis). [ZND B2 (1940sq)] || Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
21648 |
tweede verkoping |
toeslag:
ps. omgespeld volgens Frings.
tou̯slāx (L422p Lanklaar),
tūslāx (L422p Lanklaar)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20427 |
tweeling |
tweeling:
tweeling (L422p Lanklaar),
twiëling (L422p Lanklaar),
twīliŋ (L422p Lanklaar)
|
tweeling [ZND 08 (1925)], [ZND 11 (1925)], [ZND B1 (1940sq)]
III-2-2
|
34234 |
tweespeen |
twee demen:
twī dīmǝ (L422p Lanklaar)
|
Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66]
I-11
|
33998 |
twijg |
gorsje:
gorskǝ (L422p Lanklaar)
|
Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|