24152 |
gele kwikstaart |
engelse kwikstaart:
Frings; half lang als lang omgespeld
eͅŋəlsə kwekstart (L422p Lanklaar)
|
kwikstaart, geel (16,5 blauwig-grijs boven, geel onder; met lang wiebelstaartje; zomervogel; in weiland en korenvelden; er bestaat ook nog grotere uitgave die langs beekjes huist en zeldzaam is [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33264 |
gele lupine |
lupinen:
lø`pęi̯nǝ (L422p Lanklaar)
|
Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.]
I-5
|
28250 |
geleidingsbomen |
guidenage:
gidǝnāžǝ (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Eisden])
|
Houten geleidingsbomen of stalen geleidingsbalken die aan de schachtbalken zijn bevestigd en ervoor zorgen dat de liftkooien en skips tijdens hun op- en neergaande beweging op hun plaats blijven. Volgens de invuller uit L 417 zijn de "guiden" die men in de mijn in Waterschei gebruikt van hout en is de "guidenage" in de mijn van Zwartberg van ijzer. [N 95, 96; monogr.]
II-5
|
23206 |
geloof |
geloof:
gëlouf (L422p Lanklaar)
|
Geloof. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
23207 |
geloven |
geloven:
geleuven (L422p Lanklaar),
gløjvən (L422p Lanklaar),
gløͅjvən (L422p Lanklaar),
gëluivë (L422p Lanklaar, ...
L422p Lanklaar)
|
Geloven. [ZND 01 (1922)], [ZND 35 (1941)], [ZND m]
III-3-3
|
17710 |
geluidloos een wind laten |
ene op de sokken laten (gaan):
op zen sokke late vliege (L422p Lanklaar)
|
geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
19099 |
geluk |
geluk:
ə gəløk (L422p Lanklaar)
|
een geluk [ZND A1 (1940sq)]
III-1-4
|
19220 |
geluksvogel; altijd geluk hebben |
geluksvogel:
geluksvoagel (L422p Lanklaar)
|
Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
19101 |
gemak |
gemak:
ook ZND 23, 076
gemaak (L422p Lanklaar)
|
gemak [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
ook materiaal znd 23, 77
gemeeëkëlëk (L422p Lanklaar),
gəmīəkələk (L422p Lanklaar)
|
gemakkelijk [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|