e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rib rib: rep (Leopoldsburg) rib, ribben [N 10 (1961)] III-1-1
riek, mestriek riek: rik (Leopoldsburg  [(vier of vijf)]  ) Een riek die vroeger vaak drie, tegenwoordig meestal vier tanden telt en die gebruikt wordt om de stallen uit te mesten, mest te laden en mest te verspreiden op het land, ook om aardappelen te rooien, aardkluiten fijn te maken e.d. Voorzover het materiaal daaromtrent gegevens bevatte, is in dit lemma achter de plaatsnummers melding gemaakt van het aantal tanden dat de (mest)riek ter plaatse telde. Benamingen van de (mest)riek naar het aantal tanden vormen de tweede helft van dit lemma. Niet opgenomen zijn namen voor een drietandige vork, die blijkens de opgave gebruikt werd om graanschoven en/of hooi op te steken, noch benamingen voor de vijf- of zestandige riek die - met of zonder bolletjes aan de tanden - dient om bieten of aardappelen op te scheppen. [N 5A, 50b; N 11, 28; N 11A, 13a + c; N 14, 81 add.; N 18, 23 + a + b; N 18, 24 add.; JG 1a + 1b; A 28, 4a + b; Av 1, III 5; L B2, 242; L 16, 18b; Gi 2, 179; Lu 6, 4a + b; S 29; Gwn 8, 3; Wi 3 add.; div.; monogr.] I-1
rijbroek culotte (fr.): culotte (Leopoldsburg), Rijbroek  culotte (Leopoldsburg) culot, in de betekenis van soort broek; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || rijbroek met nauw om het onderbeen sluitende pijpen [N 23 (1964)] III-1-3
rijden rijden: rae.jə (Leopoldsburg), rijden (Leopoldsburg) rijden [ZND A2 (1940sq)] || zich voortbewegen in of op een voertuig (rijden, varen) [N 90 (1982)] III-3-1
rijglaars vliegerbot: vliegerbot (Leopoldsburg), vlīgərboͅt (Leopoldsburg) laars waarvan het beenstuk moet worden dichtgeregen [N 24 (1964)] III-1-3
rijkdom goed: gut (Leopoldsburg) rijkdom [RND] III-3-1
rijke lieden rijke mensen: rijke minsə (Leopoldsburg) Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1
rijksveldwachter champetter (<fr.): champetter (Leopoldsburg) een agent van de rijksveldwacht [die zorgt voor de handhaving van de orde op het platteland] [rijks, schabeletter, champetter, pandoer, garde, vörster] [N 90 (1982)] III-3-1
rijkswachter gendarme (fr.): gendarm (Leopoldsburg) een lid van het militaire politiekorps [gendarm, harenmutsel, pakkeman, marechaus-see, massee] [N 90 (1982)] III-3-1
rijp rijp: rèèp (Leopoldsburg) rijp [RND] III-2-3